Nu de zon zo schijnt vragen het plantsoen en de tuin weer veel aandacht. We doen een uurtje onkruid trekken uit het ‘bloemenlint’, wat steeds minder een bloemenlint is. Het bloemenlint zou bloeien tot eind juni maar de mooie bloembolletjes zijn nu al overwoekerd door het groen. Met vier buren trekken we in elk geval de distels, zuring en brandnetels eruit. Ik vind dat zo leuk dat we dat doen.
Trots laat ik hen mijn moestuintje zien, maar de anderen zaaien zaadjes, ze vinden dat ik vals speel met mijn bij de kweker gekochte planten. Mijn courgette is inderdaad al wel heel groot.
Er komt ook iets op wat er uitziet als een paarse asperge, en vaag staat mij bij dat ik vorig jaar een mini-artisjok kocht die niets deed. En een gember. Het waren rare wortelstukken uit een bak met knollen. De zelfde dag dat ik de rabarber kocht waar ik nu zo’n mooie oogst van heb. We gaan het zien wat het wordt.
En als we dan bezig zijn dan moet ook de heg maar. We hebben in onze inieminievoortuin twee laurierheggen van 1,5 meter die steeds verder uitdijen. De lente doet haar werk. Maar als je dan een uurtje knipt, dan is het weer een smal heggetje en is alles onder controle. De uitgebloeide pollen witte narcissen knip ik ook maar af. Ik weet niet wat ermee te doen. Ik geloof dat ik ze vorig jaar ook afgeknipt heb en ze zijn gewoon weer teruggekomen. Als het maar niet woekert.
Alsof we het allemaal onder controle hebben. Eigenlijk heb ik niet veel bijgeleerd, ik blijf een vrolijke tuinamateur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten