maandag 15 juni 2020

Blokhut


Het is even aankomen. We zitten in de blokhut in de (ruime) tuin van de familie Bouma. Gastenhof Familie Bouma te Opende. Net buiten Opende. Mevrouw Bouma heeft al 27 jaar deze business. De keukenspullen in de blokhut zijn ook minstens 27 jaar oud. Ze doen denken aan de keukenspullen in onze studietijd:de fluitketel, de glazen theekan, de donkerblauwe emaille pannen, de beige thermoskan, het boerenbontservies, de koffiefilter. Alles is krap, eigenlijk is het kamperen. Een pietepeuterig keukentje met een vol keukenkastje in het donker is niet mijn sterke kant.  We hebben wel een warme douche, maar de keukenkraan heeft alleen koud water. Dat is het idéé van een blokhut, legt Bobby uit, dat het primitief is. 

De Familie Bouma heeft nog een gastenkamer en een zeskantig theehuis, waar normaliter de gasten kunnen ontbijten, maar in deze Coronatijd doet ze dat niet. We mogen er altijd zitten. 

Opende betekent aan het einde. Dit was het laatste dorp aan de weg vanuit Groningen voor het Friesland werd. In Friesland hebben we dan meteen Surhuisterveen. Er is hier een supermarkt Poiesz, een Pizzeria Milano (gerund door Syriërs), verderop een campinkje en een firma die fietsen verhuurt. Maar die is maandags gesloten. Een keer per uur een streekbus naar Groningen en een naar Surhuisterveen. De mensen zeggen bij wijze van groet ‘Hoi’. Volgens mij is dat Fries en zeggen in Groningen ‘Moi’. 

De nacht was vol regen en muggen. Muggen heten hier ‘neefjes’. Zo noemden wij ze vroeger in Emmen ook. Dat wood heb ik al veertig jaar niet gehoord, in elk geval niet als we het over muggen hebben.




Geen opmerkingen: