De eerste mevrouw rijd ik naar de Dirk van de Broek waar ze geld gaat pinnen, en bij de Kruitvat 3 zakken waxinelichtjes halen en en bij de sigarenwinkel sigaartjes en lampjes en batterijen. Ik ben heel beroemd, vertelt ze, ik word vaak geïnterviewd want ik speel orgel.
De tweede mevrouw gaat naar de kapper op winkelcentrum Overvecht. Ze woont tegenover een kapsalon, waar ik een andere mevrouw altijd naar toe breng. Maar ja, je bent gehecht aan je eigen kapster, zegt deze mevrouw. Haar man is in de Corona-tijd overleden, vertelt ze. Zelf zat ze toen net in een zorghotel omdat ze de mantelzorg niet meer trok, maar ze was er net op tijd uit, anders had ze daar maanden vast gezeten.
De derde mevrouw gaat naar de pedicure. Die herinnert zich onze vorige rit nog, net vóór de lock down, dat ik gezegd had dat ze wel voorin mocht zitten. Blij dat we weer rijden. Fijn, zo’n vertrouwd gezicht, glundert ze.
De vierde mevrouw gaat naar de fysiotherapie. Zijn heeft artrose in haar rug. En dan gaat ze lopend weer terug. Voor de oefening.
Er zijn nog veel te weinig chauffeurs. Veel durven nog niet te rijden. Moet ik maar dubbel diensten gaan rijden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten