Dus jullie hebben helemaal het ideale hotel, constateert Bobby als ik telefonisch even verslag doe van ons uitje. Ik klink blijkbaar érg enthousiast. Nou helemaal ideaal nee, dat niet, maar ik ga hem niet lastig vallen met ons mopperlijstje.
Het mopperlijstje dus: er is geen goed leeslicht op de kamer, alleen een grote plafondlamp boven het voeteneind. De kamerdeur en de badkamerdeur zitten elkaar in de weg. Er is een klerenkast met 5 hangertjes maar geen deur ervoor en geen legplank. De ventilator van de douche staat keihard. Het is heel onduidelijk waar de lichtknopjes van de douche zijn, en de andere. Als je ze uiteindelijk gevonden hebt is die klacht voorbij. In de ‘standaardkamer’ is er één stoel, en wel onder de tv. In de gang is bij de kamerdeuren geen goed licht zodat je het sleutelgat van je deur niet kunt zien.
Bij Will in de luxe kamer is het tamelijk benauwd in de vide waar haar bed staat. De afvoer van de hotelkeuken komt net uit bij haar raam. Dus het ruikt de hele tijd naar eten. De trap van de vide is ongemakkelijk steil wat best lastig is als je ‘s nachts een paar keer naar de wc moet. En: we hadden graag een koelkastje gewild en een waterkokertje.
Maar als je al de onvolkomenheden accepteert is het hotel helemaal OK. En op Wills balkon hebben we een heerlijke bonte avond met veel slappe lach.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten