Vorige week zag ik uit een ooghoek een schitterend affiche over een tentoonstelling over het spoor in Utrecht in het Utrechts Archief. Mede omdat ik nog niet zo mobiel ben leek mij dat wel wat. De tentoonstelling is er al een tijdje, maar blijft ook nog wel een tijdje. Dus die kan nog wel voor Museumkijker.nl. Een jaar of drie geleden was ik ook in het Utrechts Archief, bij een tentoonstelling genaamd ‘De getekende stad. Utrecht in tekeningen’, dit voor mijn inburgering in Utrecht, en toen was ik een beetje teleurgesteld omdat ik zo weinig herkende. Veel ooit getekende gebouwen en buurten waren er niet meer.
Maar het spoor is in Utrecht alom aanwezig. Dat spoor en het station dat de stad in tweeën splijt, al die onlogische spoorlijnen, viaducten, bruggen en tunnels, dat is natuurlijk door de eeuwen heen zo gegroeid.
Utrecht was niet de éérste spoorlijn, dat was Amsterdam-Haarlem in 1839. Het station Utrecht is van 1843. ‘Tóen is al gekozen dat Utrecht het knooppunt van de sporen moest worden’, vertelt de projectleider van de tentoonstelling, enthousiast dat er weer een bezoeker is. De haven van Amsterdam begon dicht te slibben, en toen zagen ze al dat Rotterdam de grote haven van Nederland zou worden. En daarom werd Útrecht het knooppunt van de spoorwegen in Nederland en niet Amersfoort. Want het spoor moest vooral het goederenvervoer van de havens naar Duitsland ontsluiten.
Het is een ontzettend leuke tentoonstelling voor wie houdt van oude en nieuwe kaarten, oude en nieuwe gebouwen, knelpunten en oplossingen en wéér knelpunten en weer nieuwe oplossingen. Zelf ken ik Utrecht CS alleen in combinatie met Hoog Catharijne, dat in 1975 gereed was en zo’n gruwel dat het in deze eeuw weer helemaal op de schop moest en nu weer bijna prettig is. Maar de voorganger van dat Hoog Catherijne-station was een prachtig statig station van spoorwegarchitect Sybold van Ravesteyn uit 1939. Dat is in 1975 allemaal afgebroken, evenals de mooie stationsbuurt. Het mooie ‘bollendak’ op het huidige nieuwe ‘stationsplein’ blijkt een verwijzing naar de entree van dat oude station. Die had dat ook. Nooit geweten.
Wat ook heel leuk is de vele oude zwart-wit foto’s en filmpjes over het verkeer. Wat een chaos met voetgangers, fietsen, handkarren, automobielen, gelijkvloerse spoorwegovergangen, spoorwegtunnels, voetgangersbruggen.... De fietsersdrukte rond Utrecht CS is niet alleen van nu maar van alle tijden.
Nu hebben we de NS en ProRail die de uiters complexe wereld van de sporen, treinen en reizigers in goede banen moeten leiden, met hun immense hoofdkantoren hier te Utrecht, maar zo is het niet begonnen. Het waren particuliere initiatieven die die spoorlijnen begonnen die niet altijd even effectief samenwerkten, wat leidde tot de oprichting van het Staatsspoor. Zo was de spoorlijn Amsterdam-Haarlem (1839) van de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM), de lijn Amsterdam-Utrecht (1843) van de Nederlandse Rijn Spoorweg Maatschappij (NRS), die ook de lijn Utrecht-Woerden-Rotterdam bouwde. In 1863 werd de lijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle gebouwd door de Nederlandse Centraal Spoorwegmaatschappij NCS). In 1868 legde de Nederlandse Staat (Staatsspoorwegen, afgekort tot SS) de spoorlijn aan tussen Utrecht en Den Bosch, met die ijzeren bruggen over de Lek, Waal en Maas. Toen kwam in 1874 de Hollandse HIJSM oostwaarts met een lijn van Amsterdam naar Amersfoort en een aftakking naat Utrecht en een eigen station aan de Maliebaan (nu het Spoorwegmuseum), die later werd doorgetrokken naar Lunetten. En dan zijn er ook nog lokale spoorlijnen geweest naar De Bilt & Zeist en via Den Dolder naar Baarn. Vanaf 1890 kwamen er samenwerkingen en fusies, die uiteindelijk leidden tot de Nederlandse Spoorwegen (NS) met het hoofdkantoor De Inktpot in Utrecht. Alle dienstverlening werd geconcentreerd in het Rijnspoorstation dat al gauw herdoopt werd tot Centraal Station.
De verschillende spoomaatschappijen hadden ook nog verschillende werkplaatsen: aan de Daalsedijk en aan de Croeselaan. Kortom: Utrecht werd een wirwar van handbediende spoorwegovergangen.
Die hele geschiedenis is in deze tentoonstelling prachtig met kaarten en foto’s en super-8 filmmateriaal in kaart gebracht. Ook het ambacht van het werken aan het spoor en de dienstverlening in stations en treinen. Er komen decennia veranderend dagelijks leven aan je voorbij.
En dan dat station. Dat prachtige station van Sybold van Ravesteyn (er staat een kunstige maquette op de tentoonstelling) dat in 1973 afgebroken werd en plaats moest maken voor Hoog Catherijne. Dat zoiets nodig was met de almaar groeiende reizigersstromen dat snap ik nu beter. Ook de chaos in de stad moest bedwongen. En nu het nieuwe CS en omgeving bijna klaar zijn en Hoog Catherijne omzeild kan worden (men kan het natuulijk ook bezoeken, het is er nu onverwacht prettig) waardeer je alle visie en inzet van de honderden zo niet duizenden mensen die eraan werken.
Om kort te gaan: de tentoonstelling Utrecht Spoorstad kan ik van harte aanbevelen.