Ik heb de neiging om in de paniek te schieten, waar-ben-ik-in-godsnaam-aan-begonnen? Een paradijsje is het nog lang niet, ik moet het heel langzaam stap voor stap aanpakken en dáárvan leren genieten. Geen ambitie en verwachtingen hebben voorlopig.
Nadat een watertankje van 10 liter gescoord te hebben bij het (internet)bedrijf Tool Station die toevallig aan de Franciscusdreef een uitgiftepunt hebben ga ik naar de tuin. Eerst maar eens op zoek naar een kraan waar water uit komt. De drinkwaterkranen op het terrein zijn ‘s winters afgesloten, terwijl het helemaal niet vriest. De zon schijnt - weliswaar dunnetjes maar toch - en er wordt gehakseld dat het een lieve lust is, dus er is veel geluid en bedrijvigheid op het complex.
Wat is belangrijk? Het tuinhekje is kapot, misschien is dat wel stap 1. Want daar loop je steeds tegenaan. Verder zijn er allemaal afgestorven planten en ik heb geen idee wat wat is. Ik ga maar wat dode blaadjes rapen en een paar dingen afknippen. Thuis gooi ik altijd alle tuinafval in de container in de straat, dat ruimt lekker op. Hier mag dat natuurlijk niet. Alles moet circulair en in compostbakken. Misschien moet ik dat een poosje elke ochtend doen en is het over een week of wat dan een stuk minder erg.
Mijn buurman komt dag zeggen. Hij heet Niels en is bioloog. Water vind je bij de kraan naast het toiletgebouwtje, vertelt hij. Hij zit momenteel veel in zijn huisje te werken, vertelt hij. Hij heeft geen zonnepaneeltjes, want hij werkt met led-lampen met batterijen. Zoveel lamplicht heb je niet nodig,, volgens hem. Koken doet hij op gas.
Het nieuwe boek van Hendrik Groen ‘Rust en vreugd’ over het wel en wee van een leeftijdgenote op een volkstuin is gearriveerd bij de bieb.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten