De Bayerische Freundin appt of ik zin heb in fietsen, vanwege de onverwachte zonneschijn, en zij wil Tuin 160 wel zien. Daar aangekomen blijkt ze heel uitgesproken meningen te hebben over alle opties die ik overweeg. Binnen. Witte muren, níet het plafonnetje schilderen, blauwe balken. Dan krijg ik (binnen althans) de gewenste Griekse sfeer. Het lijkt me heel fijn om haar uitgesproken mening te volgen. Of ze niet de leiding wil, vraag ik. Dat wil ze niet. Jammer. Ik-moet-ook-alles-zelf-doen.
Samen trekken we de bovengordijnen van de ‘rails’ en zo wordt het huisje steeds kaler en het idee steeds helderder. Er hangen alleen nog rare glittervitrages. Nee, die wil ik niet.
Ik laat de Bayerische Freundin de plaatjes zien uit het huis van Tante Mies dat binnenkort ontruimd moet worden. Zij is ook vóór het mooie grote Perzische tapijt en de twee overgebleven eetkamerstoelen. En de luie leren fauteuil.
Opeens lijkt het allemaal best te doen als ik er gewoon een paar maanden voor neem. Dank. Op Markplaats heb ik ook al twee ouderwetse grasmaaiers gezien. Een in Soest en een in Woudenberg. Zou 10 euro bieden voldoende zijn of een belediging?
Dan fietsen we door naar de Haarrijnse plas waar we aan het strand in de schelle februarizon appeltaart met slagroom genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten