Ook was ik weer naar de diep-diep-ongelukkige 94-jarige tante in het verzorgingshuis in Den Haag. Het levende bewijs hoe een gebroken heup een oud mens kan ontwrichten. Ik had geprobeerd te bellen, maar haar telefoon doet het nog niet. Via het algemene nummer had ik een verzorgende gevraagd haar de afdelingstelefoon even aan te geven: ‘Ben jij het Mieke?’ had ze hoopvol gevraagd. ‘Nee, ik ben Lucie.’ ‘O ben jij het’, reageerde ze toen teleurgesteld.
Als ik arriveer is er ook nog de kerkelijk ouderenwerkster. Die komt eens per twee weken. Heel bijzonder. Schoonzusje heeft daarnaast nu ook een ‘buddy’ ingehuurd, een vrouw met een hondje, die eens per twee weken naar haar toe gaat. De kerkelijk ouderenwerkster moet ook even stoom afblazen. ‘Je tante is zó negatief! Niks is goed.’
‘Het is niks aan om oud te worden,’ zegt tante Mies. ‘Het is hier vreselijk. Er komt niemand.’ Áls ik de vier bezoeksters opnoem die momenteel met enige regelmaat komen, en haar op de activiteiten kalender wijs - er is elke dag wel wat te doen: spelletjes, handwerken, gymnastiek, kerk, dat ze daar dan contact kan leggen, dan kijkt ze alleen maar hulpeloos. Ik ben zo onzeker. Ik weet niks meer. Hoe kom ik daar? Ik durf niet alleen met de rollator te lopen. Wij zien alleen maar bijzonder aardige behulpzame zorgmedewerksters. Maar ja, ze moet het wel willen ontvangen. En wel af en toe een beetje aardig en toeschietelijker doen. Haars ondanks moet ze nu wel af en toe lachen.
Misschien wordt het na enige gewenning nog wat beter, maar we hebben eigenlijk niet zoveel hoop. Het is wel een enorme spiegel, hoe je als je zo negatief bent ook welwillende mensen van je afstoot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten