Nu wil ik graag schrijven over de ditjes en datjes van het campingleven. Ze gelden denk ik minder voor mensen in caravans en campers, en vooral voor tentkampeerders.
Als tentkampeerder doe je zo veel mogelijk buiten, je hebt een kooktoestel buiten de tent. Je gaat naar het toiletgebouw voor douche, toilet, opladen van de powerbank (zo 5x daags), afwas (3x daags). Wie is toch die vrouw met dat blauwe afwasteiltje? Het handwasje, niet te vergeten. Je gaat naar de drinkwaterkraan om de waterflessen bij te vullen. Je gaat naar de campingwinkel voor verse broodjes en melk, en naar de receptie om de fietsaccu op te laden. Het is elke keer best een eindje lopen en soms ga je maar met de fiets. En elke dag gaat één naar de Edeka voor verse groente en vis/worstjes/kaas en toetje, want we hebben geen koeling. Kortom: het leven op de camping is best wat gedoe en het houdt nooit op. Dat is leuk.
Na enige dagen om de beurt een 'campingrecept' (prairiehap) bereid te hebben hebben we nu de saladebar van de Edeka ontdekt. En omarmd. Verse salades met lekkere dressing.
En dan hebben we het ook nog druk met wandelingetjes over de camping naar het meer en het ontdekken van noviteiten bij andermans caravans, campers en kampeerbussen waar de creatiefste tentconstructie aan vast gebouwd zijn. En hekwerken om de hondjes binnen de perken te houden. De spelletjes voor de kinderen. De onalledaagse familieverhoudingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten