Eindelijk weer een buurttaxi-dienst. Dat is wel vier of vijf weken geleden. Ik heb het echt gemist. Ook wel goed om te ervaren.
Mevrouw A. die elke vrijdag naar de kapper gaat breng ik naar de kapper. Ze wordt steeds meer in de war en laat nu de kapster de afspraak met de buurt taxi maken. 'Mijn kleinzoon zegt: Oma gaat u elke wéék naar de kapper?? En dan zeg ik: jullie gaan elke week naar de kroeg, ik ga elke week naar de kapper.'
Mevrouw B. breng ik naar het winkelcentrum voor haar wekelijkse boodschappen. Zij heeft iets aan haar longen en ademt heel problematisch. De taxi in en uit gaat al heel problematisch en het lopen met de rollator voetje voor voetje. Ze hád iemand die boodschappen voor haar deed, vertelt ze, maar die is al weken uit de running. Nu moet ze het zelf weer doen.
Mevrouw C. die twee keer per week naar een soort dagopvang voor GGZ-patiënten gaat, waar ze knutselen en koken en eten is zo vrolijk als nooit tevoren. De eerste keer dat ik haar reed was de dag voor Kerst
vorig jaar, toen ze diep diep diep depressief was.
Een mevrouw D. die ook heel slecht ter been is moet naar de apotheek om de rekening te betalen en dan naar het winkelcentrum. Of ik even op haar wacht. Ze is heel ontwikkeld, dat merk je, maar ze ruikt onfris en haar kleren en rollator zitten onder de vlekken.
Dan heb ik nog de oude heer E., die elke middag zijn vrouw bezoekt in het verzorgingshuis voor dementen. Hij gaat om 15.30u, en kan dan niet meer met ons terug, want onze laatste rit is om 16.15u. Ik heb hem gesuggereerd iets eerder op bezoek te gaan, maar hij wil de dagorde van zijn vrouw niet verstoren.
Dan heb ik nog een leuke oude mevrouw F. met een hele zere rug en een heel zwaar boodschappenkarretje. Maar ze hebben tegenwoordig een lift in de flat, vertelt ze, zodat mensen zoals zij nog langer zelfstandig kunnen wonen.