Het Kröller-Müller Museum is het museum waar ik als studentje kunst heb leren kijken. Ik vond het geweldig daar. Zulke mooie en redelijk toegankelijke moderne kunst, zulke goede teksten om alles uit te leggen, in een kader te plaatsen en te begrijpen, zo'n mooi gebouw, zo'n mooie beeldentuin, zo'n leuke boekwinkel.
Ik ben er minstens twintig jaar niet geweest. Waarom niet? Het is weer helemaal thuiskomen. Er is een grote Van Gogh-tentoonstelling, Van Gogh weer thuis, de vaste collectie is een opeenstapeling van highlights, en de tijdelijke tentoonstellingen zijn wederom verrassend. Altijd iets nieuws en iets tamelijk historisch.
De moderne tentoonstelling heet 'De Rijkdom van Arte Povera' en bevat werk van de Italiaanse avant garde uit de jaren zeventig. Arte Povera is de naam die eind jaren
zestig aan een groep van circa vijftien Italiaanse kunstenaars en hun werk werd
gegeven. Acht van hen
zijn hier te zien: Giovanni Anselmo, Luciano
Fabro, Jannis Kounellis, Mario Merz, Giulio Paolini, Giuseppe Penone,
Michelangelo Pistoletto en Gilberto Zorio. 'Povera' staat voor de intentie om
zichzelf, hun beeldmateriaal èn de toeschouwer te ontdoen van
overbodige ballast in woord en beeld. Volgens mij waren de jaren zeventig vergelijkbaar met nu of met wat er komen gaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten