Twee jonge journalistes - Adinda Akkermans en Roos Menkhorst - horen steeds over de gegendarische interviewster Bibeb en gaan op zoek naar de verhalen over die vrouw. Want vroeger, zo horen zij altijd, toen was de journalistiek anders dan nu. Toen werd er niet zo persoonlijk gepraat en geschreven. Wat Bibeb deed was heel uitzonderlijk. Ik las graag Bibeb, vanaf 1975 dat ik in Groningen ging studeren. Elke week kocht je de Vrij Nederland en de Haagse Post, en vaak ook De Tijd en Hervormd Nederland. En had je het erover.
Het was de tijd vóór de computer. Journalisten typten hun stukken of schreven ze met de hand. Die werden op de redactie en bij de zetterij óvergetypt. Ik lees steeds dat Bibeb altijd werkte. Haar interviews waren heel lang, dus als je je voorstelt dat schrijven schaven is, dan schreef ze ze voortdurend over.
Zelf begin ik in de jaren tachtig met interviewen en stukken schrijven. Ik typte per stuk wel vijf versies. Die moesten per post naar de redacties. Hier lees ik dat Bibeb vanuit Scheveningen als het stuk met de auto langs de geïnterviewden reed die dan even die eindversie mochten inzien. En dan bracht ze het naar de redactie. Ik kocht die Bruna-boekjes met interviews: Bruna in Parijs enzo, voor mij waten ze een fijne ingang om me over kwesties in de wereld in te leiden.
Leuk dat twee jonge meiden nu een boek over haar schrijven, vooral over hin zoektocht naar informatie om een boek over haar te schrijven. Hoofdredacteur van VN Rinus Ferdinandusse. Zoon Wouter. Vriendin Mensje van Keulen. Veel geïnterviewden. Veel willen de mensen trouwens niet kwijt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten