‘Dromen van bomen’ heet de tentoonstelling die me naar Gorcum voerde. Daar wilde ik heen. Bomen zijn zulke aanwezigheden in het leven. Stille karakters. In je tuin, je naaste omgeving, je wijk, stad, buurt. Ze verbinden je met grote grootheden als de Aarde, de Tijd, ze zijn onverwacht en majestueus, of juist lieftallig klein, ze bewegen met de seizoenen mee. Jaar in jaar uit. Stabiele factor. Er zijn mensen die huggen met bomen. Als er bomen gekapt moeten worden lopen vanwege economisch gewin lopen hele volksstammen uit. Zelfs als ze gekapt moeten worden wegens ziekte.
Dat bomen onderwerp zijn van een tentoonstelling is dus zo gek niet. Al voor ik er ben ga ik terug naar de landschappen uit mijn jeugd: ik groeide op in Emmen dat tussen de Emmerdennen lag. Naar het Zandmeertje midden in het bos waar een schitterende verstilde sfeer hing, en naar het Oranjekanaal dat al lang geen dienst meer deed als vaarroute, maar waar je ging lopen of fietsen vanwege de iconische bomenrijen die over het water hingen. Ik weet nog ‘de kromme boom’ waar ik als kind langs moest naar school. Bomen als ijkpunten. Al die iconische bomen zie je op deze tentoonstelling terug. Wat een prachtig thema.
Wat krijgen we te zien? Bekende wat traditionelere schilderijen Theophile de Bock, Anton Mauve, Julius Jacobus van de Sande Bakhuyzen, Willem Roelofs, Andreas Schelfhout, Jan Altink en Leo Gestel, Lucebert.
Er hangen drie schilderijen van Armando, het zijn bijna abstracte beelden. De bomen in zijn werk zijn volgens de tekst bij het werk stille getuigen van de verschrikkingen in de oorlog. Ook herdacht hij in zijn schilderijen de bomen die hij in de oorlog moest kappen om het ouderlijk huis te verwarmen.
Toch spreekt het hedendaagse werk me meer aan. Veel kleuriger, onverwachter, verrassender. Zo hangen er felle kleurige expressieve taferelen Zuid-Holland: duinen, parken, een polderlandschap bij Utrecht van de Leidse broers Gijs en Justus Donker. Zij benadrukken met die felle kleuren de intensiteit van de beleving in de natuur. Deze broers maakten in de jaren negentig deel uit van de stroming After Nature die weer realistisch naar de natuur wilde schilderen. Ook verrassend zijn de schilderijen van Gertjan Scholte-Albers, bij wie de bomen vurige natuurvreemde kleuren krijgen.
Verrast ben ik ook door twee prachtige grote wandtapijten van Mariëlle van den Berg. Een hangt in de entree, ‘Het berkenbosje’, waarin antiek borduurwerk is verwerkt, wat een mooie extra dimensie geeft van verleden en mysterie. De andere heet ‘Holy tree’,
Duizelingwekkend uitzicht op hoge takkenkroon. Zes houtskooltekeningen van Carlijn Mens met licht, schaduw en beweging in de oude bomen. Zij maakte dit toen zij artist in residence was in het Van Gogh-huis in Zundert. De bomen staan om het atelier en het aanpalende kerkhof. Aanleiding waten brieven van Vincent van Gogh aan zijn broer.
Er zijn ook driedimensionale werken, fotografie, land-art, film, teveel om op te noemen. Als ik probeer te noteren welke van de vele tientallen werken op deze expositie mij het meeste bijbleven dan zijn het de landschappen die doen denken aan landschappen wAr ik mijn thuisgevoel heb. Een bomenrij langs een kanaal in de zon met harde slagschaduwen door Nico van Belkum. Deze kanaaldijk bevindt zich niet in mijn land van herkomst maar in Oost Vlaanderen, maar de sfeer is dezelfde. En het knettergroene Utrechtse lentepolderlandschap van Justus Donker, waar ik eergisteren nog zo blijmoedig doorheen fietste.
Dromen van Bomen. Een mooie titel en een mooie tentoonstelling. In het Gorcums Museum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten