Tegenwoordig doen we op maandagavond een uurtje van 19.30 tot 20.30 uur onkruid trekken uit het bloemenlint in het parkje voor ons huis. Met zijn vieren. Het ‘bloemenlint’ is een weelderige zo niet woeste boel aan het worden. Het begint in maart met elkaar opvolgende bloembollen, maar nu zijn het vooral margrieten en sieruien. Het is nauwelijks in de hand te houden.
De stadshovenier heeft nu een plannetje en een budgetje geregeld voor wat pollen hogere vaste planten in het bloemenlint. Die gaan we er komende zaterdag in zetten. Hij schijnt met 800 plantjes te komen. We hebben huis aan huis een brief verspreid met de vraag of de buren twee uur willen helpen. Hij heeft gevraagd of we wel eerst de distels, zuring en brandnetels uit het bloemenlint willen trekken. Het is een paar honderd meter. Drie avonden werk.
Trouwe zielen en groenliefhebbers die we zijn doen we dat met ons vieren. We lijken wel gek, maar we doen het toch.
Tot mijn grote vreugde bloeien er in het moestuinstukje allemaal prachtige rode klavers. Al weken. Wat een wonder! Hoe kan dat. Riet zegt: ‘Die heb je vorig jaar zelf gezaaid!’ Dat is waar ook, dat was ik helemaal vergeten. Toen heb ik inderdaad diverse zakjes wilde bloemenzaad uitgestrooid, en dat deed toen niets. Nu dus wel.
Raar dat ik me haast een dief van ons eigen project voel als ik wat klaver en margrietjes voor in een vaasje in de kamer pluk. In de stad pluk je niet uit een park. Dat is voor algemeen genieten. Maar nu ik weet dat ik de klavers zelf gezaaid heb is het goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten