Mijn taak als lid van de Optreedcommissie van ons dameskoor neem ik natuurlijk heel serieus. Vanmorgen gaan Inge en ik op bezoek bij de Doopsgezinde Kerk aan de Oudegracht 270 om de afspraken voor ons eerste echte optreden op 5 april a.s. definitief te maken. Koffie, thee, ontvangst, piano, oefenruimte, fiets parkeren, you name it.
We hebben al klein gedoe in de Optreedcommissie waar ik na lang aandringen in gestapt ben. Inge heeft in de kerstvakantie ineens met twee andere koorleden met connecties een optreden in december 2020 afgesproken in een verzorgingshuis. Geheel buiten mij om. Er vielen enthousiaste mailtjes in de mailbox van de voorzitster met ‘Híer word ik nu blij van!’ Huh? Waarom zit ik in die commissie als dit zonder mij geregeld wordt? Zitten daar overwegingen achter of is het gewoon de macht der gewoonte of slordigheid en zit er niets kwaads bij?
In het café smullen de café-koorleden over onze kwestie. Ha! zeggen ze enthousiast, Gedoe in de Optreedcommissie. Zelf te beroerd om wat te doen. We gaan ook een koordag afspreken, om te oefenen, maar dat kost natuurlijk geld, want de dirigente moet betaald. Maar dan neemt iedereen toch wat lekkers voor de lunch mee, zeg ik. Nee, zeggen de café-koorleden, dat doen wij niet, daar hebben wij geen zin in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten