Ik ben in het Stedelijk Museum in Amsterdam als afgekondigd wordt dat het culturele leven grotendeels plat wordt gelegd vanwege het Corona-virus. Zwaze appt me dat het Rijksmuseum al dicht is. In het Rijksmuseum is het altijd heel druk, in het Stedelijk niet. Maar ik neem aan dat het Stedelijk niet zegt: Wij blijven open want wij hebben maar weinig bezoekers.
Ik ben bij Bertien van Manen, documentaire fotograaf, geboren in 1942. Ik dacht dat zij van mijn generatie was, maar zij was al beroemd toen ik in 1975 de linkse kranten en weekbladen begon te vreten. Haar foto’s horen voor mijn gevoel heel erg bij mijn ontwaking tijdens mijn studietijd in Groningen en bij daarna mijn eerste Amsterdamse jaren. Ik verzamelde fotoboeken van vrouwelijke fotografen toen. Bertien van Manen werkte toen in zwart-wit, fotografeerde gastarbeidersvrouwen en katholieke nonnen, toen. Jaren tachtig.
In de jaren negentig is ze gaan reizen en in kleur gaan werken.
Wat zij en haar generatiegenoten deden, dat zie je tegenwoordig weinig meer. Zij reisden en fotografeerden de mensen aan de onderkant van de samenleving. Rusland, China, de Verenigde Staten. Ze verbond zich met die mensen, was één met ze. Het was de tijd vóór de glamour van de selfies, realiseer je je als je ze bekijkt. Ze zijn zo ongepolijst, ze komen heel erg binnen.
Raar zal het zijn zonder cultureel leven. Ik heb net een Podiumkaart gehad en nu kan ik niet naar een Podium.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten