Op naar naar Auntie, want daar zijn we al weken niet geweest. Even op de routeplanners kijken of er onderweg niet een boerenprotest in de weg staat, maar ik geloof dat de boeren het dit weekend even rustig houden. Maandag gaan ze weer op volle kracht vooruit. Je durft de weg niet meer op. Je kijkt toch met verbijstering naar dat die boeren met hun trekkers het land zo kunnen ontwrichten. Als er een vreedzame actie is van klimaatactivisten worden die onmiddellijk door de ME ontzet. Maar ja, de politie kan niet op tegen tractoren.
Geen files deze zaterdag. Het gaat een stuk beter met Auntie, er is weer een soort van gesprek met haar te voeren. We gaan weer in de tuin zitten waar een muziekprogramma speelt: een muziekduo zingt oude liedjes. Auntie is bijna jarig. 98 wordt ze. Daar wil ze niets van weten.
Er zit ook een lange jongensachtige man van rond de zestig met zijn moedertje. In poloshirtje en korte broek. Hij straalt naar haar. Hij houdt van zijn moedertje. Haalt een kopje thee. Probeert een gesprekje. Maar dat lukt helemaal niet. Moeder zit in zichzelf gekeerd ineengedoken in de rolstoel. Dan gaat hij maar op zijn telefoon. Hij probeert het nog een keer maar het lukt niet. Dan brengt hij haar maar naar haar kamer en vertrekt. Tien minuten.
Dan hebben wij geluk met Auntie. Ik knuffel haar bij vertrek. Dat hadden Bobby en ik de vorige keer afgesproken. Meer aanraken. Ze krijgt een kus op haar wang. ‘Ook de andere koon!’ zegt ze dwingend en als ze nog een kus krijgt giechelt ze: het lukt bijna altijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten