Eigenlijk zouden we vandaag naar Vésoul, maar het bed is zo lekker warm, daar ga je niet vrijwillig uit. We slapen weer een gat in de dag. En dan is Vésoul te ver.
Een alternatief zou de Abbaye Auberive knnen zijn, een eind voorbij Langres, een voormalig klooster waar nu moderne kunst geëxposeerd wordt, maar de site ligt plat. Ene Alexia antwoordt op een mailtje dat ze inderdaad dicht zijn. Zo is het met alles. Bij Bourbonne-les-Bains is in het bos een parkje met dieren dat het hele jaar door open is, ook al is het maar van 14-16, maar het hek is dicht en blijft dicht.
Uiteindelijk komen we terecht in Fayl-Billot waar een supermarkt is en een bomenkwekerij. De Pépinière. K. en Fr. hebben gevraagd of we een pruimenboom willen kopen en planten. Quetsche Zimmer.
Fayl-Billot is totaal uitgestorven, zoals alles hier. Het dorp staat bekend om zijn mandenmakerijen. Vanneries. Er is een landelijke mandenmakersschool. En er zijn zowaar drie mandenwinkels open. Sta ik een kwartier later met een biezen kattenmand op straat. Ik weet het ineens zeker: zodra ik terug ben in Amsterdam ga ik naar het kattenasiel.
Tot slot op vooronderzoek uit: hoe groot is een Quetsche Zimmer van een kwekerij? Past die wel in de bolide? Wil ik de bolide wel onder de aarde, schors en andere boomkruimels?
On l' arrangera, zegt de kweker bemoedigend. We komen samedi terug, beloven we.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten