'Na een huwelijk van jaren staat hij aan het voeteneind van het bed en vertelt zijn vrouw dat zij hem nooit zal kennen, dat er bij alles wat hij zegt meer is wat hij niet zegt, achter ieder uitgesproken woord een ander woord schuilt en daarachter nog honderden. Al die ongesproken woorden, zegt hij, bevatten zijn ware zelf, verraden door het oppervlakkige zelf tegenover haar. 'Dus je begrijpt,' zegt hij en schopt zijn slippers uit, 'ik ben meer dan ik je liet geloven.' 'Natuurlijk, gekkie,' zegt zijn vrouw. 'Alleen al denken aan jou met al die zelven die zich terugtrekken in het niets vind ik ontzettend opwindend. Niets is zaliger voor mij dan dat je nauwelijks bestaat zoals je bent.'
(Mark Strand, in: 'Bijna onzichtbaar')
Geen opmerkingen:
Een reactie posten