Zoals afgesproken doen we een dagje Servië. We rijden eerst naar Pljevlja in Noord-Montenegro (foto), een nare armoedige stad vol lelijke mensen waar niemand één woord Engels spreekt, en waar ik weer enorm door mijn Balkan-angst werd bevangen. Al die vervallen straten en huizen, het chaotische verkeer, en al die uitgemergelde Balkankoppen, ik zie mij zo van mijn damestasje beroofd en/of ontvoerd worden. Ik voel ook wel aan mijn water dat deze paniek overgaat na verloop van tijd, want als je die atoorzender angst uitzet en beter kijkt is het eigenlijk best gezellig sociaal op straat.
Dan gaan we naar de grens, waar lange rijen vrachtwagens met dikke stammen staan te wachten. De personenauto's schieten daar slim omheen. Dus ik ook. Natuurlijk jagen de douanebemabten met machinegeweren in de aanslag me ook weer schrik aan, ik zie ons als neergeknals worden, wat deden deze types in de Balkan-oorlog, maar het gaat allemaal eigenlijk geheel van een leien dakje. Paspoort, autopapieren, stempel. That's all.
Doel van de trip is Prijepolje, niet zo ver van de grens. Ik heb het idee dat Servië welvarender is dan de berggebieden van Montenegro. Het is er ook wel een zootje, maar de mensen zien er een stuk beter en ijdeler uit. We eten een omelet, want dat woord op het menu kunnen we tenminste nog ontcijferen. In Servië gebruiken ze het cyrillisch schrift.
Er zijn zowel in Pljevlja als in Prijepolje gewoon moskeeën. In bedrijf. Dat hadden we eigenlijk niet verwacht. We dachten dat alle moslims uit Servie verdreven waren, maar blijkbaar klopt dat niet. We proberen de geschiedenis van Joegoslavie en de afacheiding van die landen te reconstrueren. Die oorlog is in 1993 afgelopen, 23 jaar geleden alweer. Hier in dit gebied is niet gevochten, maar zaten deze mensen wel in het Servische leger? Was dat verplicht? Eigenlijk hebben we geen idee.
Door een prachtige kloof rijden we terug naar Montenegro. Eigenlijk is een dagtoch best leuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten