Dood van een ambtenaar & Weer in oktobertinten van de Ier Joseph O'Connor in de digitale bibliotheek bevat slechts twee verhalen. Dat zal wel een opvatting van de uitgeverij zijn om met het fenomeen digitale bibliotheek om te gaan: lezers nieuwsgierig maken zodat ze het hele boek alsnog gaan kopen. Het zijn twee hele droeve verhalen. Verhalen die in feite elk mens die je op straat tegenkomt zou kunnen betreffen. Je ziet het niet aan ze, of je ziet het wel aan ze, maar wat dan? De hoofdpersoon in het eerste verhaal is verlaten door zijn vrouw en helemaal desolaat nu, niet in staat er nog wat van te maken. Hij heeft naast zijn baan als ambtenaar alleen zijn oude vader nog om mee om te gaan. Eigenlijk kom je er niet achter wat er gebeurd is, je dobbert een beetje in zijn doffe ellende mee. En misschien was dat de oorzaak wel.
Het tweede verhaal gaat over een middelbare lerares die in haar eentje in een hotel in Dublin overnacht. Ze heeft thuis een man en twee kinderen. Hij gaat vreemd met jonge meisjes. Zij heeft ongeneeslijke kanker en heeft dat thuis niet verteld. Ze brengt de avond en de nacht door met een aardige veelpratende Amerikaan. En gaat dan weer naar huis.
Ik vind het mooi. Droef. Je kijkt even net iets meer naar de mensen op straat en op het strand en denkt: wat zou er bij hen spelen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten