Ik slaap, lees en teken veel. Bobby belooft boodschappen te doen en - asperges - te gaan koken. Er zit geen beweging in mij vandaag. Om toch nog een heel klein uitje te hebben ga ik om een uur of drie naar de Botanische Tuinen bij de Uithof. Dan rijd ik via de Zuilense Ring, de A27 en de A28. Bij de afrit Uithof word ik gehinderd door drie touringcars. Heb ik dat weer! Wat doen drie touringcars op de afrit naar de Uithof??? O nee! Die gaan vast naar de Botanische Tuinen. En ja hoor, en er stappen wel honderd hoogbejaarden met wandelstokken en rollators uit en die moeten allemaal vóór mij door de smalle ingang.
Oefening in geduld. Want als ik ze eenmaal voorbij zal zijn zullen ze me niet meer in de weg lopen.
En als ik langs de kassa ben zie ik Marijk, die ken ik van de jaarlijkse retraites in het klooster. Zij is vrijwilligster bij de Botanische Tuinen en gaat vandaag een deel van deze groep rondleiden. Ze straalt als ze me ziet en heeft er zin in met die bus bejaarden. Mijn grom verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Het is veelbelovend, vroege lente in Botanische Tuinen. Het is daar zo raar, die prachtige weelderige tuinen tussen hoge kantoren, snelwegen en parkeerplaatsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten