Nog één keer gaan Bobby en ik naar Auntie's flat voordat de huizenruimer komt en alles leeghaalt. Natuurlijk zal hij kijken of hij nog ergens wat kwijt kan, maar als hij eerlijk is verwacht hij niet dat de kringloopwinkels veel interesse zullen hebben. Er zou nog papiergeld in boeken kunnen zitten en we moeten ook alle laatjes nog eens na voor eventuele sieraden. We gaan schatgraven, lachen we vooraf.
Maar het is echt niet leuk. Wat een nare bezigheid. Je loopt door haar huis en beseft van minuut tot minuut dat binnenkort haar hele leven zo bij het vuil gezet wordt. Al die lievelingsdingen. Gelukkig heeft zij er zelf geen weet meer van.
Er zijn ook nog schilderijen van oom Wiebe, wijlen de echtgenoot van Auntie. Hij was een grote stoere besnorde politieman, maar/en ook kunstzinnig. Het huis staat vol boeken van Anton Pieck (nee Lucie Theodora, niet meenemen!) en schilderijtjes. Eén schilderijtje (het ant in de berging) neem ik toch mee.
Er zijn zeven volle vuilniszakken met kleren. Aunties vriendin en nicht hebben de klerenkasten al uitgeruimd. Zijden bloesjes. hoedjes, pyjama’s. IJdele dingen. Of ik die even in de Leger des Heils-container wil gooien. Maar alle containers in Schiebroek zitten propvol, via een oude website - die niet op een telefoon past - rijd ik van overvolle container naar overvolle container. Grr. Duurzaam gedrag vraagt wel veel van een mens.
En uiteindelijk toeren Bobby en ik langs de rivier de Rotte (wat lijkt die op de Amstel!) nog even bij Auntie langs, wat eigenlijk niet mag, want ze heeft vandaag al één persoon op bezoek gehad. Zij blij, wij blij. En de zakken met kleren gaan mee naar Utrecht, hier in de Leger des Heils-container.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten