Ik wilde naar Culemborg naar een glutenvrije superbakker, maar ging niet. Ik wilde naar de plantenmarkt, maar ging niet. Ik wilde naar de buitengymnastiek, maar ging niet. Er kunnen geloof ik even geen indrukken van buiten in.
Toen heb ik gelezen: Slot van Octavie Wolters. Heel onverwacht mooi. Ik liep er tegenaan in de bibliotheek hier in de wijk. Er zat een storende oranje sticker ‘Nieuw’ op, half over dat prachtige tekeningetje heen. Ik had het daardoor niet eens goed gezien.
Het was allemaal mooi en ijl en kwetsbaar, geen kwaliteiten die het commercieel goed doen, dat trok me. Ik ken de schrijfster niet, maar dat zegt niets, ik ken zoveel auteurs niet, daar is geen beginnen meer aan. Ze is beeldend kunstenaar en auteur, Limburgs, heeft een man en twee tienerdochters, beeldschoon en gevoelig voor depressie.
Het boek bevat dagboekfragmenten uit het begin van de pandemie: maart-mei 2020. En tekeningen. En korte updates van het aantal zieken en doden, toen aan het begin van de pandemie. Het boek verscheen in juli 2020, toen de wereld weer open ging na de eerste lockdown. Heel raar om dat nu te lezen, nu we een veel langere lockdown verder zijn. Hoe al dat nieuws en die verboden ons in de greep hadden/hebben, hoe iedereen het maar moet zien te redden in zijn/haar eigen situatie.
Het gezin met de man en meisjes, de hond, de wandelingen, de depressie, de boodschappen, de kranten, de gesprekjes. De binnenwereld, de buitenwereld. Ze geeft het allemaal heel eerlijk weer, zonder iets of iemand te sparen, maar ook wel weer luchtig. De zwaarte zit ‘m haast in die ijle tekeningetjes.
Het bijzondere is dat t boek maar twee maanden vorig jaar beslaat, terwijl we nu al een jaar verder zijn. De paniek was toen groter. Maar zo bizar, de krantenberichten en het dagelijks leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten