Zij was dé schrijfster van mijn adolescentenjaren. Utopia. Tijger Tijger. Beer en jager. Paard Heer Mantel.
Er valt een persbericht in de mail. 'In haar woonplaats Amsterdam is gisteravond de schrijfster Doeschka Meijsing overleden. Zij werd vierenzestig jaar. Meijsing stierf aan de complicaties van een zware operatie.'
Ik vrát haar werk. Zo slim, zo geestig, zo groots en zo kleinschalig. Zo kwetsbaar en zo verhullend. Alles had het in zich. Zo wilde ik ook schrijven.
Een keer heb ik haar ontmoet. Soort van. Het zal zo 1985 geweest zijn. Ik werkte bij Xantippe, de toenmalige vrouwenboekhandel. Doescha Meijsing had een gedichtenbundel uitgegeven bij An Dekker en ze kwam in Xantippe signeren. Ik werkte die dag en was verlamd van verlegenheid. Er kwamen haast geen klanten en ik wist geen woord uit te brengen. Wat een dag. Ik kon wel door de grond gaan dat ik niet wat vlotter was... Uiteindelijk pakte ik alle moed bijeen, kocht ik een bundel en vroeg ik een handtekening. Daar zat ze tenslotte voor.
Hoe heet je, moet ze gevraagd hebben. 'Lucie' moet ik geantwoord hebben. Er staat: 'Voor Lucie. plus Th., van Xantippe, zonder achternaam (zonder identiteit?), Doeschka Meijsing'. Au, deed dat, AU! En nog steeds. Waarom deed ze dat?
Haar uitgever: ‘Doeschka Meijsing verborg een diepe kwetsbaarheid achter een superieure vorm van ironie, zowel in haar werk als in haar leven. Weerspannig als ze was, was ze een vrouw om van te houden. Querido rouwt om de dood van Doeschka, die bijna veertig jaar aan de uitgeverij verbonden was. De Nederlandse literatuur verliest opnieuw een auteur van wereldformaat.’
- Mooi stuk van Arjan Peters in De Volkskrant
- Mooi stuk van Arjan Peters in De Volkskrant