Het is even een beetje een one-issue blog aan het worden, sorry hoor, ik doe mijn best mijn aandacht op de buitenwereld te richten, maar de hand/pols/arm en de afspraken met zorgverleners zijn toch ongeveer het voornaamste dat me bezighoudt. En de oefeningen natuurlijk. Tien keer daags.
De agenda: Gisteren was ik naar de fysiotherapeut en vandaag wacht ik op een telefoontje (tussen 13.30 en 15.30u) met de uitslag van over een botonderzoek. Wachten op een telefoontje dat niet komt. Je kan niet hén bellen, je krijgt geen nummer en jou bellen ze met een anoniem nummer. Don’t call us, we’ll call you.
Dat telefoontje komt inderdaad niet. Ben ik pessimistisch? denk ik al die tijd. Wantrouwig? Dat kunnen we pas vaststellen als het inderdaad niet komt. Dus ik om 15.45u maar eens naar het ziekenhuis bellen. De secretaresse van de afdeling Chirurgie zegt alleen: 'De middag is nog niet voorbij. Nog even wat geduld hebben.’
En als de arts-assistent eindelijk toch belt zegt hij alleen maar: 'Het is goed'. 'Kunt u misschien iets meer vertellen? Er is een scan van mijn botten gemaakt. Was er iets te zien? Viel er iets op? Zijn er minimale of maximale waarden?' Nee, meer dan 'Het is goed' heeft hij niet te melden. Op zich wel fijn, maar ook onbevredigend. Eigenlijk ook wel soort van minachting. En het was ochtend geweest en het was avond geweest, de zoveelste dag.
Morgen mag ik de ochtend wachten op nog zo'n telefoontje tussen 9 en 12, dan van het UWV. Van die monitorende dame die wil weten wanneer ik weer beter ben. En dan zeg ik weer: 'Weet ik niet.' En dat was dan weer dat. Als ik de telefoon morgen niet opneem wordt mijn WW stopgezet, stond in de brief die de monitorende dame na het telefoontje nastuurde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten