maandag 9 november 2020

Videovergaderen

Sinds kort heb ik mij verbonden aan een hulpverlenings organisatie als medewerker communicatie. Ik ga artikelen schrijven voor de nieuwsbrief en de website: nieuwsberichten en interviews. Normaal werken de communicatiemedewerkers op kantoor, maar door Corona kan dat niet. We communiceren dus veel via app en mail. Vandaag wil de coördinatrice van het geheel een kennismaking via het videovergaderplatform Teams. Ik sta daar niet om te springen, maar houd mijzelf voor dat het goed is mee te bewegen en ervaring op te doen. Ook als zou ik het zelf anders doen.
 
Morgen heb ik mijn eerste interview met een vrijwilligster die les geeft aan de vrijwilligers die gaan chaufferen bij Corona-patiënten die van het ziekenhuis naar huis of naar het verzorgingshuis gereden moeten worden. Die persoon wil graag via Teams geïnterviewd worden, want dat vindt ze persoonlijker. Ik wil liever telefonisch interviewen want telefonisch is in mijn beleving veel gefocuster. Maar de klant is koning.

Om mijn weerstand een beetje te breken (voor de ervaring, de leermomentjes) doe ik nu mee met het videokennismakingsgesprek met de drie andere nieuwe communicatiemedewerksters.  Eerst stuurt de coördinatrice een mailtje met 'hier is de link' - maar zonder link. Ze heeft gewoon teveel aan haar hoofd. Een kwartier later stuurt ze de link. Ik krijg het videovergaderprogramma niet goed in beeld, zie alleen een deel van het gezicht van de coördinatrice in grove pixels, zij videovergadert met haar telefoon. De andere drie collegae krijg ik maar nauwelijks in beeld. Het zijn jonge vrouwen van 25-27 jaar (‘O! Ik ben al 27 jaar! Zó oud!’) desgevraagd vertellen zij ter kennismaking over hun hobby’s. En dat word ik ook geacht te doen. Ik moet echt mijn best doen om geïnteresseerd te blijven kijken. Zij zien mij namelijk wel. 

Videovergaderen vind ik vermoeiend en als het niet anders kan dan kan het niet anders, maar luisteren naar vreemde meisjesstemmen die vertellen dat ze van Italiaans koken houden en dat ze dromen van een reis naar Zuid-Amerika, of dat ze vliegangst hebben. Ik vermoed dat ik ze best zal mogen als ik ze in levenden lijve tref. En misschien zij mij ook wel. Nu is de afstand groot. In alle opzichten.

Ik heb trouwens te doen met de coördinatrice die een aanstelling heeft van 16 uur en de hele week in touw is om via app en mail honderd ballen in de lucht te houden. 

Geen opmerkingen: