Vorige week had ik niet gereden, omdat er de dag dat ik dienst had zo weinig ritten waren, dat het onzin was om twee chauffeurs paraat te hebben staan. Deze week doe ik dus maar twee diensten. Vandaag rijd ik diverse vaste klanten. De mevrouw uit Ondiep die wekelijks naar de huisarts ver aan de Amsterdamsestraatweg gaat. Laatst had ik haar op de terugweg even langs haar zuster in Elinkwijk gebracht. ‘Doe dat nou vaker, naar uw zus’, zei ik toen. Nu was ze een keer extra naar een bloemist geweest. ‘De dochter van de man van mijn dochter heeft een doodgeboren kindje gehad’, vertelt ze, ‘en ik heb geen internet.’ Dus was ze bloemen gaan bestellen bij de bloemist op de Straatweg.
Een nieuwe mevrouw moet haar kat laten inenten. O wat zíj slecht ter been. Of ik de kat in de auto wil tillen en of ik hem er ook weer uit wil tillen. En alsjeblieft wachten. En ze heeft nog een kat, die moet ook weer ingeënt. Wanneer ik weer rijd, vraagt ze. Dan bestelt ze de Buurttaxi dan. Het is maar een heel klein ritje en ze geeft twee keer veel fooi.
En de mevrouw die ik begin november reed, wier vriendin te Zeist op sterven lag, en waar het met de regiotaxi zo moeilijk komen is, vraag ik hoe het nu is met haar vriendin. Er van uitgaande dat die al lang en breed begraven is. Maar nee, ze is er nog en nog steeds gaat ze er elke dag naar toe. Heleen heet de vriendin. ‘Ze heeft de ene decubitisplek na de andere, maar haar geest is sterk en ze eet heel goed. Ze was in augustus opgegeven maar ze is er nog.’ Ach.
Vrijdag weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten