woensdag 16 december 2020

Lockdown

Voor het eerst word ik echt narrig van de mensen die allemaal de regels overtreden en schelden op de overheid. In ons winkelcentrum zijn - op Blokker en Zeeman na - alle winkels gewoon open. Op straat tref ik een vrouw die haar dochter en de kleinkinderen over de vloer heeft. ‘Ik ben nu hun gouvernante. Het is een schánde.’ Voorheen vond ze het jammer dat ze ze zo weinig zag.

Die zin hoor ik steeds: ‘Het is een schánde’. Eerst is het een schande dat er regels zijn, en nu is het een schande dat er te laat regels zijn of dat deze regels er zijn die er nu zijn. Eerst mocht de overheid niet optreden en nu zijn ze veel te laat opgetreden. Het is niet goed of het deugt niet. ‘Houd toch op’, snauw ik bijna tegen die oma op straat. ‘Geniet ervan dat je dochter en je kleinkinderen bij je zijn. En voel je mede verantwoordelijk dat het aantal besmettingen naar beneden gaan.’

En veel mensen met grote gezinnen gaan, zo hoor ik, met kerst de regels fors overtreden. Terwijl de besmettingen nu vooral in huiselijke kring gebeuren. Acht volwassenen in een woonkamer - de kleintjes niet meegerekend - lijkt heel gewoon.

Ik moet maar niet meer in discussie gaan. Een lange fietstocht maar.

En ‘s avonds hoor ik op het Journaal dat de opwinding hieromtrent breder gedragen werd dat bij mij en in mijn buurt en dat de regelgeving omtrent de lockdown aangestrakt moet worden.

Geen opmerkingen: