Een bijzonder reeksje klanten vandaag. Een mevrouw gaat naar een buurtsoos en vertelt op luide toon over al haar dochters en hun huwelijken en kinderen. Het komt erop meer dat de dochters al op hun vijftiende zwanger waren, op hun zestiende getrouwd, met een andere man en nu dan ook weer een nieuwe man. Ze houdt maar niet op met vertellen over haar dochters en hun mannen en kinderen, ook niet als we al lang gearriveerd zijn. Uiteindelijk stap ik maar uit om haar rollator uit de achterbak te pakken, en ze praat maar door.
Dan heb ik een mevrouw die bijna geen haar meer heeft en die ik voorbij rijd omdat ik denk dat zij een meneer is. Zij is zeer slechtziend maar eenmaal in de auto heel spraakzaam. Ze woont in een mooi huis in Tuindorp, waar ze in 1936 geboren en getogen is. Ha! Nu kan ik mijn kennis over de stadsuitbreiding van 1954 kwijt, die ik in de eerste lockdown had opgedaan. ‘Dit stuk hoorde vroeger bij Maartensdijk he? Ja, dit stukje hoorde bij Maartensdijk.
Dan een mevrouw van Beierse komaf. Ik ben een dubbele allochtoon zegt ze. Ze vindt Utrechters niet aardig en niet gastvrij. Toch maakt ze af en toe een soepje voor de buurvrouwen. ‘Ouwe wijfjes van 87’, zegt ze lachend. Zelf is ze 84. In hun wooncomplex is onlangs iemand dood gevonden die daar al sinds oktober lag. Toen ze er 20 jaar geleden kwam wonen was het ‘beschermd wonen’ met een sociaalwerkster en nachtwachten. En zie wat er nu van over is. Iemand die twee maanden dood in zijn appartement ligt.
Verhalen, verhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten