woensdag 14 augustus 2019

Het wrede meisje

Drie keer per week ga ik nu naar de fysio. Zelf doe ik acht keer daags mijn oefeningen, en de fysio gaat dan nog wat extra rekken en trekken en meten. Twee keer per week kom ik bij naar Moris en één keer bij Danny. Zij is de ergotherapeut die ook de spalk heeft gemaakt. Vorige week heeft ze me nogal fors behandeld, waardoor ik een schrik in mijn lijf heb ontwikkeld bij het idee weer een kwartier aan haar overgeleverd te zijn. 'Ik moet weer naar het wrede meisje', denk ik steeds.

Dus dat vertel ik vanmorgen eerst maar even, en of ze iets minder fors wil doen. Ze zal wat minder hard buigen en strekken, belooft ze, ik moet het maar aangeven, en we krijgen leuke gesprekken. Ik vertel over de existentiële vragen die je bevangen als je niet kunt doen waar je normaal gelukkig en tevreden van wordt. Dingen maken. Niet kunnen tekenen, schrijven, autorijden, fietsen, koken. Anderhalf uur doen over de ochtendrituelen douchen aankleden ontbijt maken, medicijnen slikken, streepjes onder de ogen, schoenen aan, kopje koffie. Het gedoe van was ophangen, was opvouwen, veters strikken. Ze had op school lessen gehad over leven-met-één hand en kon nu zelf ook veters strikken met één hand, vertelt ze. ‘Ook handig als je aan het bellen bent.’ 

Ze is heel ambitieus en gedreven. Weet veel en legt graag uit. En leuk. Eindelijk hadden ze de röntgenfoto's van mijn pols gekregen, en multidisciplinair besproken (met Moris en een senior) en ze begrijpen niet goed waarom er gekozen is voor waarvoor gekozen is, namelijk niet opereren. Want er was/is een stukje bot afgebroken dat nu rondzweeft en pijn doet. Daar hangen allemaal bindweefsel en spiersystemen omheen, die nu helemaal in de war zijn. Volgens haar kan ik er de rest van mijn leven last van houden

Ik vertel dat ik een spiriboek ben gaan lezen over gelukkig zijn, de tip van vreugdedagboeken en dankdagboeken. Dat dat best moeilijk is nu. En over mijn oplossing in wandelingen, vriendinnen en mijn tuintje, en dat vindt ze nu wel leuk. Ze heeft een boek Being Mortal. Illness, Medicine and What  Matters in the End door de Indiaas-Amerikaanse arts-schrijver Atul Gawande gelezen, ik geloof dat het gaat over de levensdrift van mensen, dat heeft diepe indruk op haar gemaakt en of ik het wil lezen. Ik krijg het meteen mee  Zelf denkt ze dat ze niet meer zou willen leven als ze niet meer kan lezen of luisteren. En ze vertelt dat een vriendin van haar huisarts gaat worden en worstelt met de vraag of ze wel euthanasie zou willen toepassen op haar patiënten. Dus nu zijn het wrede meisje en ik ineens vriendinnen geworden. Ik heb na afloop ook weer het gevoel dat ik ietsje meer kan met de hand.

Geen opmerkingen: