woensdag 2 oktober 2019

Dromen in beton


In het Centraal Museum (hier te Utrecht) is een nieuwe tentoonstelling getiteld ‘Dromen in beton’ over de Utrechtse nieuwbouwprojecten Kanaleneiland (jaren 50 en 60) en Hoog Catharijne (jaren 60 en 70), beide indertijd hoogvisionair in de markt gezet en al ras toonbeeld van mislukking. Inmiddels is Hoog Catharijne helemaal op de schop gegaan en wordt ook Kanaleneiland naar het schijnt steeds populairder. Dat laatste zal wel komen omdat er voor jonge mensen en andere nieuwkomers verder weinig betaalbare huurwoningen zijn.

Alle negatieve sentimenten over deze bouwprojecten ten spijt waren ze ooit de oplossing van grote stadsproblemen en de uitkomst van idealistische dromen. Na WO II heerste er woningnood en was er grote behoefte aan veel betaalbare woningen, liefst met licht en ruimte. En die werden hier dus gebouwd. De eerste bewoners van Kanaleneiland waren dolblij met hun ruime lichte flats. En voor de eerste plannen voor Hoog Catharijne en de demping van de Catharijnesingel stemde in 1962 een overgrote meerderheid van de Utrechtse Gemeenteraad vóór. Het verkeer in de binnenstad liep immers helemaal vast. Dat móest opgelost.

‘De taak van musea zoals het Centraal Museum is een stadsmuseum te met maatschappelijke diepgang, waarbij met aantrekkelijke presentaties bezoekers worden verleid tot een verrijking van hun blik op de wereld om hen heen’, schrijft directeur Bart Rutte in het magazine bij de tentoonstelling. Dan krijg je andere tentoonstellingen dan beroemde schilderijen.

Je moet trouwens wel een beetje je weg vinden in dezed tentoonstelling. Er zijn hoge stellingkasten met jaren 50 meubels, affiches van jaren 50 keukens, grote zwart-wit foto’s van het begin van de wijk, er staat zelfs een Daf. Dat is heel leuk. Er zijn ook filmpjes met interviews met blije bewoners van het eerste uur, van burgemeesters, wethouders, van de eerste generatie ‘gastarbeiders’ uit Marokko. Want een grot deel van die eerste generatie dankbare middenklasse bewoners vertrok zodra het kon naar weer nieuwe wijken met laagbouw met tuintjes: Lunetten, Nieuwegein, Houten, Leidsche Rijn. En in het kader van de gezinsherenigingspolitiek vanaf jaren 70 en 80 trokken er veel Marokkaanse families en andere 'nieuwkomers' in de flats. En van lieverlee werd Kanaleneiland een probleemwijk. Tot de aanslag op de sneltram eerder dit jaar. 

Zelf heb ik bij tentoontellingen en artikelen altijd behoefte aan lijstjes facts & figures. Zoals: waar ligt Kanaleneiland precies, wanneer is het ontwikkeld, wie waren verantwoordelijk voor het idee en de uitvoering en de besluitvorming, wat kwam er allemaal bij kijken? Die informatie is er wel maar zit deels verstopt in filmpjes met van ooit verantwoordelijk burgemeesters of wethouders, die nu bijna niemand meer kent.

De achtergrond van de wijk Kanaleneiland. Ook al begin jaren vijftig werden ten behoeve van de hoognodige woningbouw de gemeentegrenzen van Utrecht opgetrokken. Zo kwam het dorp Zuilen bij Utrecht, maar ook de weidegronden tussen het Amsterdam Rijnkanaal en het Merwedekanaal ten zuiden van de mooie groene wijk Oog en Al. Op die weilanden werden in korte tijd heel planmatig duizenden woningen uit de grond gestampt. Net als bij Osdorp en de Bijlmermeer bij Amsterdam en Alexanderpolder in Rotterdam, om er maar een paar te noemen. Alle steden hadden zulke wijken. Zelf groeide ik op in zo’n jaren zestig wijk in Emmen Drenthe. Het was ruim en licht en groen en optimistisch. Het was optimisme toen. Nu vinden we die wijken akelig eenvormig. Maar dit soort bouwen was de uitkomst van utopisch socialistisch denken. 

De tweede helft van de tentoonstelling gaat over Hoog Catharijne. Veel aandacht is er voor de protesten tegen Hoog Catharijne. Dit beton moest een oplossing vormen voor de toenemende verkeersprobleem in de stad. Daar lag geen socialistische  utopie aan ten grondslag maar het kapitalisme. De oorsprong van dit denken lag in de tentoonstelling Futurama uit 1939 in New York, waar ook een filmpje over getoond wordt. Het waren vooral de machtige projectontwikkelaars die dit wilden en niet de bewoners van Utrecht. En indertijd kon zo’n project blijkbaar snel door de gemeenteraad gejast worden, zonder inspraakrondes. Niemand maalde er begin jaren zestig om dat het prachtige station en de Stationsbuurt neergehaald werden. En toen de bevolking erachter kwam was het te laat en kon alleen nog bijgeschaafd worden. Het protest was groot en fel, maar Hoog Catharijne kwam er. Ook dat werd een nachtmerrie met zijn verslaafden- en daklozenproblematiek. Veel filmpjes ook in dit deel, onder anderevan de gemeenteraadsvergaderingen en de strijd op straat met betogers en ME. Maar ook van gesprekken met winkeliers en bewoners van de flats boven het winkelcentrum, zoals de eigenaar van de succesvolle vishandel Volendam die weg moest en nu in Leidsche Rijn zit.

Interessant in het magazine is het denken over de nieuwe wijk bij het Merwedekanaal die nu ontwikkeld wordt. Heel compact wordt die wijk.

Ook al mis ik af n toe wat inkadering van het gebodene, het voegt wel veel toe aan mijn kennis over wijken waar je als je er niets te zoeken hebt niet gauw zomaar voor je plezier naar toe gaat. Zelf ben ik in de ook veel verguisde wijk Zuilen komen wonen, waar bij de oudere bewoners de frustratie over de ‘annexatie’ door Utrecht in 1954 nog steeds leeft, waar nu veel jaren 60 flats afgebroken worden en plaats maken voor diversere bouw. Ik juich dit soort exposities heel erg toe.

Geen opmerkingen: