woensdag 16 september 2020

Verhalen in de Buurttaxi

De ritten van de dag. Twee mevrouwen breng ik naar de bridgeclub die een half jaar niet doorging en nu op halve kracht weer begint in een ander woonzorgcentrum. Het is heel leuk om te zien met hoeveel vreugde de deelnemers (ze arriveren per scootmobiel, rollator, Regiotaxi en onze Buurttaxi) elkaar begroeten. Maar een van de mevrouwen die ik ernaar toe rijd heeft een zwaar demente man die steeds bozer wordt, zo vertelt ze.  Hij wil zijn pillen al om zes uur ‘s morgens. En hij is woedend dat zijn elpeeverzameling er niet meer is. Hij verwijt haar dat zij die weggegooid heeft. ‘En dan moet je aardig blijven. Ik zeg maar niets meer. Hoe ouder je wordt, hoe moeilijker het wordt, mevrouw.’

Een mevrouw die al acht maanden haar demente tweelingzuster verzorgt, dag en nacht, kan er nu even twee uur tussen uit naar de kapper, omdat de thuiszorg er twee uur is. Die kapper zit op slechts een paar honderd meter van haar huis, maar dat haalt ze lopend niet. 

Een mevrouw gaat naar de pedicure. Haar hoofd loopt om, zegt ze. Dat komt: haar partner ligt al weken op sterven. Is uw man nog thuis, vraag ik. Nee, zegt ze, zij ligt in een verpleeghuis te Zeist. Ik voel me een beetje betrapt, dat ik niet door was gegaan op dat woord ‘partner’. Dat wijst op homo-lesbisch. Ze gaat elke dag op bezoek. Maar dat kan niet met onze Buurttaxi, dat moet met de Regiotaxi. Gék wordt ze van alle administratieve systemen om de zorg en ondersteuning te krijgen waar je recht op hebt. En haar vriendin lag al zes weken in dat dure verpleeghuis met dure zorg en werd geacht nu dood te zijn maar ze is niet dood. Nu moest zeven aanvraag doen voor nog zes weken. Weer een nieuwe indicatie. Moet u de pedicure dan niet afzeggen, opper ik. Maar die is nu net een momentje voor haarzelf. En dit alles tijdens een ritje van zeven minuten. Mevrouw op de achterbank met een spatscherm tussen ons.

Een enerverende ochtend.

Geen opmerkingen: