zaterdag 19 september 2020

Utereg mijn stadsie

Nel wordt zeventig en heeft na lang wikkelen wegen toch tot een verjaarsfeest besloten. Ze viert het met een high tea in ‘haar’ Geertekerk, waar we ruim op afstand van elkaar kunnen zitten. Ik zit aan een tafel met een vriendinnenstel waarvan de een in Lisse woont en de ander in Amsterdam en vakantie houden ze momenteel te Bakkum. Overal is het ‘code rood’, zeggen ze, zowel Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Daarom zijn ze toch maar wel gekomen. 

Groeten gaat met buigen of met de elleboog. Even wachten wat de ander doet. Ik doe de elleboog, dat vind ik actiever dan de buiging. Maar dan moeten natuurlijk weer mensen zeggen dat ze de elleboog stom vinden. Ja bijna alle gesprekken gaan weer over corona. Corona. Corona.

Ik zou met Nel mee naar Ajax. Nel is geen geboren Utrechter, zij komt oorspronkelijk uit Weesp. Zij heeft een seizoenskaart van Ajax. Ze had me al vaker uitgenodigd, maar dat deed ze meestal op de dag zelf en dan kon ik net niet. Nu zouden we begin maart. Het bleek de eerste dag dat we binnen moesten blijven. Dus het ging niet door.

Nel heeft een verkiezing van het leukste mondkapje bedacht. Ik heb een lichtblauwe met vogeltjes gekocht bij een Afghaans naaiatelier in de Nachtegaalstraat. Maar die wint het niet. 

Stefan speelt trompet voor Nel. Prachtig.  

Bobby vertelt een verhaal voor Nel. Ook prachtig.

Alice zingt het Utrechtse lied ‘Als ik boven op de Dom sta’ ofwel ‘Utereg mijn stadsie’ voor Nel. Iedereen straalt en zingt het zachtjes mee. Het is het officieuze stadslied, en ik geloof dat je dat echt moet leren om je een ware Utrechter te voelen. Het is oorspronkelijk van Rijk de Gooyer (1956) maar bekend geworden van Herman Berkien.

De tekst:

Als ik boven op de Dom kom
Kijk ik even naar benee
Dan zie ik het ouwe graggie
Het Vreeburg en Wijk C
Ja dan sprink me hartjie ope
Ik ben trots wat daggie wat
Er is geen mooier plekkie
As Utereg me stad
As Utereg me stad

Ze zingen in ons landjie
Bij ons in de Jordaan
Van Dat gaat naar Den Bosch toe
We gaan er naar de Zaan
Maar 't mooiste wordt vergete
Dat is toch zeker schand
We hebbe ook nog Utereg
In 't hartjie van ons land!

Refr.

Kom op 't station is kijke
't Barst er van de rails
We hebbe de hoogste toren
Dat is iets crimineels
Dan heb je nog de Jaarbeurs
De Munt en Kromme Rijn
En voor de mooiste mokkels
Moe je ook in Utereg zijn!

Refr.

Geen opmerkingen: