Ineens heb ik mannen over de vloer. Vreemde mannen. Marokkaanse mannen. Huisschilders. En Buurman Michael, die projectleider is namens de Veevee-ee loopt ook in en uit. Ze overleggen met elkaar, niet met mij.
Er zit rot in de kozijnen van de balkondeuren, omdat de randen niet goed afgedekt zijn. Het rubber dat de randen moet beschermen is aan beide kanten 1 cm te kort, waardoor de hoekjes vrijlagen en nu zit er rot de deur. Ismael belt me al het hele weekend dat hij maandag wil komen, maar ik zeg steeeds: ik kan niet, ik moet naar m'n werk.
Vanmorgen verslaap ik me echter enorm. Om negen uur hoor ik de binnendeurbel. Ik doe niet open, denk ik, want ik moet weg. Als een haas. Dan opeens staat-ie binnen, Ismael, met de sleutel van Buurvrouw Mariska. Hùh? zeggen we over en weer.
Ik ga een paar uur naar het werk, maar het zit toch niet lekker. Vreemde mannen over de vloer, met mijn sleutel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten