Wie mijn blog een beetje volgt kan zich misschien herinneren dat ik vorige week naar de kapper ging en dat ikmijn haar heb laten knippen door een krachtige Molukse persoonlijkheid, die niet van krullen zegt te houden. Toen ik het pand verliet had ik ineens geen krullen meer, maar toen dacht ik nog hoopvol: Ach, morgen zijn ze weer terug, want zo gaat dat doorgaans.
Maar ze zijn níet terug! Wat is er toch met je háár, vraagt iedereen. Een enkele grapjas vraagt: Ben je van de trap gevallen? Wat is er gebeurd? Heeft die kapster krullen-voodoo op mij uitgeoefend?
Mijn krullen kreeg ik toen ik rond de dertig was. Zomaar. Het was een wonder. Tróts dat ik er altijd op geweest ben. Wild trots. Mutti vroeg altijd of ik het niet kon kammen en wat netter doen, maar nee, juist niet. Die woeste rode haardos, daar word ik blij van. Als het motregent wordt het bijna kroes. Toch ben ik altijd bang geweest dat ze weer zouden verdwijnen. Op een dag. Zomaar.
Mijn krullen kreeg ik toen ik rond de dertig was. Zomaar. Het was een wonder. Tróts dat ik er altijd op geweest ben. Wild trots. Mutti vroeg altijd of ik het niet kon kammen en wat netter doen, maar nee, juist niet. Die woeste rode haardos, daar word ik blij van. Als het motregent wordt het bijna kroes. Toch ben ik altijd bang geweest dat ze weer zouden verdwijnen. Op een dag. Zomaar.
Er zit nog wel een sóórt van slag in, zeggen de mensen troostrijk als ze merken dat ik echt ontredderd ben over mijn nieuwe look. Elke ochtend smeer ik er al die middeltjes in die altijd tot de perfecte krul leidden. En baby-olie. Ik smeer nog steeds, maar het helpt niets. Dan moet je maar een permanentje, suggereert Vinnie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten