Hoeveel boeken lees jij eigenlijk? vraagt een collega van het belendende vakblad, Zij denken dat wij heel veel lezen, zij lezen weinig. Niet zo veel, zeg ik, vorig jaar las ik er meer dan vijftig, dat haal ik nu nooit meer. Ik weet zeker dat het komt door het bloggen, Facebook en series kijken op de iPad. Die dingen doe ik met groot plezier. Daar wordt veel op afgegeven. Is dat slecht? Ben ik nu een oppervlakkiger mens?
Romans lezen is wel minder onrustig dan mij verliezen in Facebook en ieders posts, dus neem ik drie romans mee van de redactie. Als eerste lees ik Postvogel van Firoozeh Farkadnia, een Iraans-Nederlandse. Zij is van 1980, opgegroeid in een familie die deelnam aan het verzet tegen de dictatuur van de sjah. Nu is ze bouwkundig tekenaar in Rotterdam.
Ze beschrijft twee werkelijkheden: de benauwende en steeds bedreigender jeugd die geen jeugd was in Iran, de mannen waren weg, de tantes waren koerier, er werd verraden, je mocht niet lezen, er was avondklok, er wachtten mannen in zwarte kleren in de straat, familieleden verdwenen. Soms kwam er iemand terug, gemarteld. En een stage op een ingenieursbedrijf, waar ze zo goed moet leren tekenen dat ze zelfstandig kan werken en een contract krijgt. Die collega's zijn meest nogal racistische kerels. Eentje is haar begeleider.
De auteursfoto laat een prachtige stralende vrouw zien. Je kan haast dat verhaal niet aan de foto koppelen. Wat een leven, wat een wereld. Het is heel kaal geschreven. Secce verhalen, beschrijvingen, geen grote gevoelens. Het sleept me niet direct mee, maar ik lees het wel uit en het geeft - zo erover schrijvende - een boel te denken.
Het boek is uitgegeven met subsidie van het Letterenfonds.
De uitgeverij - Jürgen Maas - komt me vaag bekend voor: het blijkt na enig speurwerk een vrij nieuw initiatief van een oud-IKON-journalist, woonachtig aan de Admiraal de Ruyterweg, twee hoog. Wegbezuinigd door de publieke omroep? Een oude droom opgepakt? Hij geeft boeken over het Midden Oosten en Noord-Afrika.