Het is me totaal ontschoten dat ik ‘dienst’ heb. Ik ken het van mezelf: als de dingen me een beetje omlopen (rond mijn verjaardag) dan verzuim ik in in mijn agenda te kijken. Dus het telefoontje: ‘Met Jeroen, waar blijf je?’ komt als een complete verrassing. Ik denk zelfs nog even: ‘Jeroen?’ Maar goed, dat is dus de baas van de Buurt Taxi.
Er moet een mevrouw naar het ziekenhuis in Leidsche Rijn. Ik ben een kwartier te laat bij haar. ‘Ik heb artrose in mijn heup. Het heeft heel lang geduurd voor ik deze afspraak had.’ We halen het gelukkig nét. Er moet een mevrouw naar de fysiotherapie. ‘Wat ben je laat! Jullie zijn nóóit te laat!’ Ik haal een mevrouw van de cursus intuïtief schilderen. ‘Wat was er vanochtend? Waarom ws je er niet?’ Ik breng een mevrouw naar de bridge-club. Een meneer naar zijn wekelijkse verwendag naar de kapper/slijter/visboer. Een mevrouw naar de begraafplaats voor een bloemetje op de graven van haar man en haar zoon. Het zijn belangrijke momenten in hun week. Hoe kon ik dat vergeten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten