Dus ik met Bobby’s Nicht naar het zorgcentrum waar we allemaal gedurende tweeënhalf jaar eens per twee weken op bezoek geweest zijn. Nog een keer kijken naar de dolende zielen. De toegewijde verzorgenden. De kamer moet leeg.
Nicht en ik dachten/hoopten dat het leegruimen van de kamer een karweitje van een half uur zou zijn, maar tot onze schrik zitten alle laadjes en kastjes propvol. Drie grote vuilniszakken vol kleren. Een leven lang in ansichtkaarten, foto’s, ordners met administratie, dozen met postzegels, toiletartikelen, fotolijsten, schilderijtjes. Het houdt niet op. Het is te erg. Nu is het alleen maar troep die we niet in ons huis willen. Mag-dit-weg? Van-mij-mag-alles-weg. Wat zou Bobby nog willen bekijken? Hij heeft bij het leeghalen van haar flat drie jaar geleden alles door zijn handen laten gaan. Wat heeft hem toen bewogen om ordners met oude administratie vanaf 2009 mee te verhuizen? Wat is dit erg. Als je als honderdjarige dood gaat wil niemand je spullen meer. Ook niet je foto's.
In de stapels en stapels kleren zitten naam-merkjes. Die krijg je er niet uit. Ik gooi ze gewoon in de Leger-des-Heils-container in Utrecht, zeg ik ferm. Dan zoeken ze het daar maar uit. Ik heb geen puf voor dilemma’s. Zoals die oude administratie, die gaat gewoon in de oud-papier-container. Geen shredder. Bankafschriften uit 2013 van mensen die dood zijn: who cares? Ik wil ook niet haar oude toiletartikelen.
Ondertussen is het broeierig heet, doet de lift het niet en zeulen we al die zakken zooi de trap af naar de auto’s die niet voor de voordeur geparkeerd kunnen worden. En telkens toegangscodes, want de andere bewoners mogen niet in het trappenhuis of naar buiten. Mijn auto is het grootst, dus ik krijg de meeste zakken.
Als het klaar is bedanken we de verzorging en gaan we nog even langs bij Aunties Best Female Friend BFF. Appelsap en herinneringen. Morgen zijn we deze dag vergeten, zeggen we uit ervaring, voordat we recht de avondspits in rijden.
Dinsdag zal de uitvaart zijn. ‘Wil jij je tekening van Auntie laten inlijsten, voor op de kist?’ vraagt de Nicht. ‘Bobby zei dat je dat goed kan.’ ‘En willen jullie dinsdag wel op tijd komen? Zodat het portret op de kist staat als de mensen komen?’
Het zal veel zijn als er tien mensen komen. Eerder zes. Er is geen voorganger ofzo. Bobby zal wel Aunties levensverhaal schetsen. Aunties Best Friend heeft vandaag haar herinneringen opgeschreven. Met de hand geschreven op twee velletjes A5. ‘Is dat niet te veel?’ ‘Ik ga dat niet voorlezen hoor’, zegt ze. ‘Dat kan ik niet.’ ‘Misschien is er iemand die het wil voorlezen’, zegt de Nicht. ‘Jij misschien?’ vraag ik. ‘O nee!’ rilt de Nicht. ‘Zal ik het dan maar voorlezen?’ zeg ik.
‘Ze gaan muziek van Jim Reeves draaien,’ vertelt de Nicht, want daar hield Auntie zo van. Kortom: het zal een heel bescheiden uitvaart worden.
Het leegruimen van haar flat in februari 2021:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten