In de bibliotheek van het klooster vind ik een boek over meditatief wandelen. Ik wandel veel, maar niet meditatief. Mijn wandelingen zijn meer avonturen, zoals gisteren door de blubber in de uiterwaarden van de Maas. Of naar Appeltern, waar zowel de route langs provinciale wegen, plaatselijke weggetjes met enorme weilanden en bio-industrie-boerderijen (BBB), en een grootschalig commercieel tuinproject wat tegenviel, maar als avontuur de moeite waard. De wereld lopend verkennen. Maar in het klooster ben je voor de binnenwereld, voor even géén prikkels uit de buitenwereld. Meditatief wandelen, hoe doe je dat? Je wandelt langzaam, op de ademhaling. Twee teugen in, twee teugen uit. Je rolt je voeten bewust af. Je neemt waar met al je zintuigen. Je plooit een glimlach om je mond en wordt vanzelf gelukkig. Aldus Thich Nhat Hanh. Ik was gisteren van plan zo te lopen, maar ik wilde ook naar de veerpont verderop, en dat zou ik nooit halen in dat meditatieve tempo.
Dus de laatste wandeling is een meditatieve wandeling door de tuin van het klooster. De glimlach op het gezicht, daar moet ik mij even toe zetten, maar toegegeven: het werkt wel. En dan nog een laatste rondje voor wat plaatjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten