Rampzalige dag. Ga ik niet over uitwijden. Om enigszins te kalmeren probeer ik de emoe. Die zagen we gisteren in de regen in het Amstelpark. Dit is meer Australisch weer. De emoe is geen struivogel maar wel familie. Het is een vogel maar hij heeft geen vleugels en kan niet vliegen. Hij heeft voeten met drie tenen.
Voor wie meer wil weten: dit pluk ik van de site van het Wereld Natuurfonds: 'De emoe is een grote loopvogel. Zijn verenpak lijkt op een vacht. De kleine vleugels gaan er geheel in verborgen. Lopend kan hij een behoorlijke snelheid ontwikkelen en grote afstanden afleggen. De paartijd valt in december en januari, dat is in Australie de zomer. Het mannetje maakt een eenvoudig nest onder begroeiing. Hierin legt het vrouwtje ongeveer tien donkergroene eieren. Het mannetje broedt de eieren in een kleine twee maanden. In die tijd eet hij niet. Daarna verzorgt en bewaakt hij de jongen, die de eerste maanden nog gestreept zijn. Buiten de paartijd leven emoes in kleine groepen van hoogstens enkele tientallen dieren. Soms sluiten deze zich aan tot grotere groepen. Doordat hij vooral zaden eet kan de emoe schadelijk zijn op graanakkers. Om die reden werd hij ooit zwaar vervolgd waarbij soms zelfs het leger werd ingeschakeld. In Tasmanië is hij uitgeroeid maar in Australië is hij plaatselijk algemeen.'
En hoe zit dat met de struisvogel? 'Oppervlakkig gezien lijken de struisvogel, nandoe, kasuaris en emoe veel op elkaar. Al deze vogels zijn bijzonder groot, hebben een lange nek en stevige looppoten. Vliegen kunnen ze niet. En hoewel de kiwi een flinke slag kleiner is dan de andere loopvogels met in verhouding een veel langere snavel, heeft hij ook wel veel weg van een verkleinde emoe. Het is echter de vraag in hoeverre deze vogels verwant zijn. Ze worden tegenwoordig daarom als aparte ordes beschouwd, waarbij alleen de kasuarissen en de emoe in dezelfde orde geplaatste zijn.' Dan weet u dat ook weer.
Voor wie meer wil weten: dit pluk ik van de site van het Wereld Natuurfonds: 'De emoe is een grote loopvogel. Zijn verenpak lijkt op een vacht. De kleine vleugels gaan er geheel in verborgen. Lopend kan hij een behoorlijke snelheid ontwikkelen en grote afstanden afleggen. De paartijd valt in december en januari, dat is in Australie de zomer. Het mannetje maakt een eenvoudig nest onder begroeiing. Hierin legt het vrouwtje ongeveer tien donkergroene eieren. Het mannetje broedt de eieren in een kleine twee maanden. In die tijd eet hij niet. Daarna verzorgt en bewaakt hij de jongen, die de eerste maanden nog gestreept zijn. Buiten de paartijd leven emoes in kleine groepen van hoogstens enkele tientallen dieren. Soms sluiten deze zich aan tot grotere groepen. Doordat hij vooral zaden eet kan de emoe schadelijk zijn op graanakkers. Om die reden werd hij ooit zwaar vervolgd waarbij soms zelfs het leger werd ingeschakeld. In Tasmanië is hij uitgeroeid maar in Australië is hij plaatselijk algemeen.'
En hoe zit dat met de struisvogel? 'Oppervlakkig gezien lijken de struisvogel, nandoe, kasuaris en emoe veel op elkaar. Al deze vogels zijn bijzonder groot, hebben een lange nek en stevige looppoten. Vliegen kunnen ze niet. En hoewel de kiwi een flinke slag kleiner is dan de andere loopvogels met in verhouding een veel langere snavel, heeft hij ook wel veel weg van een verkleinde emoe. Het is echter de vraag in hoeverre deze vogels verwant zijn. Ze worden tegenwoordig daarom als aparte ordes beschouwd, waarbij alleen de kasuarissen en de emoe in dezelfde orde geplaatste zijn.' Dan weet u dat ook weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten