Het affiche van de tentoonstelling ‘Inner Spaces’ van de in België beroemde Brusselse kunstenaar Maurice Wyckaert spreekt me meteen heel erg aan: die kleurige omtrek met tuinachtige motieven en het stralende licht in het midden, en dat in combinatie met de titel ‘Inner Spaces’. Er spreekt een begeerlijke vrijheid uit, een door het buiten zijn gezuiverd gemoed. ‘Het ruime leven’ heet het afgebeelde schilderij.
In de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel zijn maar liefst twee verdiepingen aan zijn werk gewijd. Ik had nog nooit van hem gehoord. Het is een prachtige expositie, je zou het abstracte werken over landschappen kunnen noemen, je komt als vanzelf in een volstrekt woordeloos gebied van je bewustzijn terecht. En over de kunstenaar is ook al niet veel informatie te vinden. Ik ga hier toch een tekst proberen.
Maurice Wyckaert staat te boek als een neo-expressinistisch lyrisch abstract schilder, gouache-ontwerpen en graficus. Hij leefde van 1923 tot 1996, studeerde aan de Académie de Bruxelles en het Vrije Atelier van de Brusselse deelgemeente Sint-Lambrechts-Woluwe. Zijn eerste periode maakte hij expressionistische stillevens in de stijl van Jean Brusselmans en de Vlaamse expressionisten. Een periode was hij verwant met Cobra - hij was bevriend met de politiek geëngageerde Deense Cobra-schilder Asger Jorn en nadat Cobra stopte stichtten ze samen de Situationistische Internationale, langs waar ze hun revolutionaire, sociale en artistieke, opinies kenbaar maakten. Wyckaert verkoos na verloop van tijd toch de schilderkunst boven de politieke revolte. Hij liet zich nog weer later beïnvloeden door het luminisme van William Turner en James Ensor en vond zijn geheel eigen vorm in een lyrische abstractie.
Als toeschouwer van zijn werk kom je terecht in kleurige werelden waar nauwelijks referenties aan de tastbare werkelijkheid te vinden zijn. Soms zijn de beelden vol en overweldigend, soms verstild. Vaak zijn zijn werken vlakken met heldere kleuren, een deel zou je landschappen in vogelperspectief kunnen noemen. Het zijn echter geen herkenbare ‘landkaarten’, of pittoreske stukjes natuur, eerder refereren ze aan gemoedsgesteldheden, mijmeringen en visioenen, ‘inner landscapes’, ofwel landschappen van de innerlijke wereld. ‘Alles rolt, tolt en bolt’, schrijft Willem Elias beeldend. ‘De panta rhei-gedachte van Heraclitus, dat alles voortdurend in beweging is bloeit hier welig in volle kleurenpracht. Maar bj Wyckaertsgeen frivoliteit, hij was een modernist.’
Het schilderij ‘Het ruime leven’ - ofwel op zijn Frans ‘La vie dans sa plénitude’ - noemde ik al, die grote lichte ruimte in een vlak met zwierig groen en geel. Alsof de verlichting heeft plaatsgevonden. Die sensatie ervaar ik ook bij het schilderij ‘Quatre bras’ ofwel ‘vier armen’, in de tinten blauw groen en geel.
Dat licht en die ruimte hebben lang niet alle schilderijen. Soms zijn ze propvol. Vooral als hij losgaat met kringelend rood wordt het me wel eens teveel, zoal bij ‘Mei 68’ en ‘avondlicht’, waar men natuurlijk ook grenzeloze levensenergie in kan zien. Al kijk ik zelf naar wat stillere schilderijen met veel witten en blauwen zoals ‘Een lange lange winter’ en ‘White white space’.
Al met al ben ik bijzondere onder de indruk van de tentoonstelling en het werk van Wyckaert. Er bloeit iets bij je open wat er al, is maar waar je vaak niet bij kan. De betovering is heel goed verwoord door een Leuvense kunstcriticus Geert Bekaert: ‘Er is bij Wyckaert geen theorie, er is leven. De natuur is leven. Kleuren spelen het spel van het grote geheel, als stofdelen van een wervelwind. Vraag de kunstenaar geen logische omschrijving van de levenszin. Hij bezingt hem en zijn zang is niet alleen het bewijs van wat hij zingt, maar ook de toegang.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten