Vandaag kan ik toch bij de huisarts terecht. Er heeft iemand afgezegd. Zij meent dat mijn pijnen en de GR niets met elkaar te maken hebben. Zenuwpijn die bij GR hoort doet zeer op die plekken. Wat ik beschrijf is iets anders. Het lijkt haar dat er misschien een zenuw beklemd zit in de nek. Ze stuurt me naar het laboratorium voor uitgebreid bloedonderzoek om dingen uit te sluiten en mompelt dat ze ook onderzoek naar Hiv en Soa meeneemt. Wie ben ik om nee te zeggen? En ga ondertussen maar naar de acupunctuur, raadt ze aan. En kom volgende week even terug, om te zien hoe het gaat. Dat is de eerste keer dat een huisarts te Amsterdam dat tegen me zegt.
De laborant bij het laboratorium is een vrolijke homo met wie ik over mijn GR-vlekken kan kletsen. Eerst liet ik ze nog leuk aan de mensen zien, zeg ik opgewekt. Maar dat stellen ze geloof ik niet op prijs. 'Ik heb sinds kort ineens allergiebulten in mijn nek', onthult hij, en laat ze ongevraagd zien. Dat is nog eens een fijn bezoek.
In de tram terug naar huis word ik vriendinnen met een weduwe die in de Flevoflat woont. Vroeger toen haar man nog leefde woonde ze in de Molukkenstraat boven de Chinese kappers, vertelt ze. Aardige jongens, zegt ze, en ze knippen heel goed! Zij is heel aardig. Ze zit echt om een praatje verlegen en ik nodig haar uit op de koffie. Ze kan niet, maar ze komt gauw, belooft ze. Ze straalt helemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten