Gelezen: de roman ‘Hoor nu mijn stem’ van Franca Treur. Zeeuws refo-meisje. Van de bibliotheek geleend. Inmiddels is zij al 38, dus echt ‘meisje’ kun je haar niet meer noemen. De refo-schrijvers blijven maar komen, steeds weer nieuwe generaties. Ik heb er wat afweer tegen, maar misschien ben ik bang voor teveel herkenning. Deze hoofdpersoon Gina (eigenlijk heet ze van huis uit Ina, ze heeft het wat mooier gemaakt, herkenning 1). Haar geliefde heeft haar net verlaten voor een jonge studente, haar baan als radio-interviewer raakt ze kwijt, en ze gaat mantelzorgen bij haar oude Zeeuwse tante door wie ze ooit opgevoed is.
Best een dikke pil. Ik lees door, aan een stuk, maar ik denk wel steeds: kon het niet wat korter? We lezen twee verhaallijn: die van haar jeugd bij opa en de twee tantes, die van de strengste stroming Gereformeerde Gemeente zijn, de refo-middelbare schooltijd te Middelburg, en de studietijd in Leiden waar ze nog lid is van een refo-studentenvereniging. En de periode dat haar verkering uit gaat, dat ze haar baan verliest en dat ze voor haar tante gaat zorgen.
Ik kan er niet zo goed tegen, dat ze zo in dat wereldje blijft hangen. De schrijfster en de hoofdpersoon. Dat ze er niet los van komt. Natuurlijk herken ik veel, al heb ik alleen maar geleden onder de vrijgemaakt gereformeerde regelgeving en heb ik zelf nooit in enig theologisch of geloofsvraagstuk verdiept, maar wat hetzelfde is is de afstand tot de seculiere wereld groot is als je het huis uit gaat. Je gaat studeren en je kent hun gespreksonderwerpen niet, hun muziek niet, je hebt een negatief zelfbeeld. Je bent niet goed genoeg. Wie denk je wel niet. Ze reflecteert niet zozeer op de betekenis van dat nest, alswel dat ze de verhalen vertelt en herhaalt, verhalen gedrenkt in de tale Kanaäns.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten