Je luistert wel eens naar nachtmerrieverhalen van vriendinnen die contact zoeken met UPC, de KPN of met Planet, omdat iets in hun huis het niet goed doet. Of loodgieters.
No one to blame, niemand was er schuldig aan, ze doen hun uiterste best, maar men kan geen ijzer met handen breken. Ik luister dan vriendelijk, maar vandaag realiseerde ik me dat je bij dit soort verhalen soms wel wat meer compassie mag vertonen.
Zelf heb ik vandaag ook zo'n verhaal beleefd, dat niemand iets interesseert, maar waarvan ik dan toch hoop dat ik het van a tot z mag vertellen. Ik had een verwarmingsmonteur over de vloer. De verwarming vertoont al een tijdje kuren en de monteur was al te lang niet geweest.
De monteur was een nette man van vreemde herkomst, die vast zijn vak van monteur goed verstond, maar niet het geruststellen van zijn klanten. A. was hij verlegen, B. sprak hij niet goed Nederlands, en C. versta ik hoe dan ook geen taal over de hoogrendementsketel. Ene oor in, zeg maar. Na een half uur was hij voorlopig klaar. Maar toen deed de verwarming het niet meer.
Niets ten nadele van die man, hij kwam bekwaam over, deed van alles, met de juiste aandacht en zonder troep en morsen, zoals water bijvullen, een zwanenhals leegpeuren, aan allerlei stekkers trekken. Daarna mompelde hij dat hij het probleem niet in een keer kon oplossen omdat hij wat onderdelen nodig had. Als die onderdelen er waren nam hij wel weer contact op. Op de vraag wanneer dan bleef hij vaag. Toch nog vol vertrouwen liet ik hem uit, al had hij geen kaartje bij zich gehad en wist ik zijn naam niet. Maar na een half uur was de verwarming koud en zag ik dat het paneel van de thermostaat knipperde. Dat hoort niet.
Je gaat bellen met het moederbedrijf. 'Hebt u nog wel warm water?' 'Ja, warm water heb ik nog wel.' Je bent ineens intens dankbaar dat je dat in elk geval nog hebt. Maar je moet praten met zo'n rasechte Amsterdammer die tekst bezigt als 'Ja maar mevrouwtje...' En je weet het ineens: je bènt ook niet meer dan een mevrouwtje. Een mevrouwtje met griep. Echt goed voor de genezing zijn dit soort bizarre telefoongesprekken niet - ik kan ze niet eens navertellen. Maar dat het bizar was en nergens toe leidde, daar waren de Amsterdammer en ik het over eens.
Hij zei dat het geen zin had dat de monteur terugkwam, die kon toch niets doen voor hij de onderdelen had, maar uiteindelijk zei hij toe dat hij morgen weer contact opneemt om te laten weten hoe het met de onderdelen staat. Het bed is gelukkig warm.
Broerlief adviseert, voor als ik er toch uit ga, een bloempot op de kop op het gas.