Voorzichtigjes naar de buurtboekhandel gewankeld, waar ze al midvoor in de etalage lag, de nieuwe roman van Doeschka Meijsing, getiteld Over de liefde. Net uit. Ik had in Trouw de recensie gelezen, dat Meijsing in deze roman haar voorbije relatie met Xandra Schutte verwerkt zou hebben. Leek me nogal over elke grens gaan, maar omdat Meijsing over de liefde altijd als de beste heeft geschreven, wil ik haar lezen , ook als over de schreef zou gaan. Het verhaal van Pippa's liefde, waaronder die voor Jula.
Ik ben duidelijk weer aan de beterende hand, want ik heb het uit. Het is een práchtig boek. Over grote allesopslorpende liefdes, liefdes zonder terughouden, die totaal gelukzaligmakend zijn en toch weer over gaan. Drie grote liefdes heeft Pippa gehad en kwijtgeraakt. Ze plaatst ze in het kader van haar eerste grote liefde: scholiere verliefd op de gymlerares, en werkt knap en filmisch toe naar het verhaal van die vrouw en háár eerste liefde. Dat verhaal is tegelijk nietig en verpletterend en bepalend voor de rest van haar leven. Wat in Pippa's geval haar kalverliefde voor deze vrouw uiteindelijk over de rest van haar liefdes zegt... Wie weet kan ik er morgen wat ik over zeggen. Nu nog niet.
Op de site van haar uitgeverij Querido staat een klein interview met Meijsing, waar zij over het thema van de eerste liefde zegt: 'Als je een kalverliefde ‘kalverliefde’ noemt, is het dat ook. Maar als je over ‘eerste liefde’ spreekt, kom je in de buurt van hoe schrijvers als Tolstoi, Vestdijk en Nabokov die liefde ervaren hebben, namelijk als een allesoverheersende toonzetting. Bij een eerste liefde wordt de piano gestemd, daarna mag je er je hele leven op spelen.'
En natuurlijk heeft ze naar aanleiding van het vertrek van Jula naar een man veel bespiegelingen over homo en hetero, over lesbische stellen die sinds de openstelling van het burgerlijk ghuwelijk voor homoparen allemaal zo nodig moesten trouwen in buitenissige huwelijksfeesten, na een paar jaar allemaal weer gescheiden zijn. En over wat er anders werd aan Jula toen ze met een man ging. 'Ze was mooi geworden in haar relatie met de ander, hoewel er ook iets vaags in haar verschijning was geslopen, iets wat ik meende bij heteroseksuele vrouwen vaker gezien te hebben, iets vaags of ze niet helemaal bij de les zijn, maar met onzichtbare draden nog verbonden aan de slaapkamer. Op den duur ging die lichte wazigheid op in doorzichtigheid en iets inwisselbaars. Dan kon je dat soort vrouwen helenmaal niet meer van elkaar onderscheiden, dan waren ze de schaduw van hun man geworden. Misschien was dat de bedoeling.'
Recensie in Het Parool.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten