
Jonge jongens die een krankzinnige oorlog in worden gestuurd waar ze meter voor meter dorpen, boomgaarden, stadjes op Taliban-strijders moeten veroveren. De beelden van de soldaten in de woestijn zijn al bijna gewoon. Je wendt je hoofd bijna af. Maar dan lees je zo'n zin van de tolk van de twee hoofdpersonen over een veldje dat elk jaar boordevol kleurige geurige hyacinten stond, gekweekt door een oude vrouw. Nu is in dat dorp - het dorp van herkomst van de tolk - alles kaal en leeg. Terwijl de tolk even onvoorzichtig is en breed gesticulerend staat te vertellen wordt hij geraakt. Het raakt zijn companen nauwelijks, gewend als zij zijn strijdmakkers te verliezen.
Powers schrijft zo mooi dat soms de schoonheid van zijn taal je de gruwel doet vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten