Vanmiddag onder het dekentje op de bank zag ik uit een ooghoek ineens weer vogels in de tuin. De tuinvogeltjes waren twee jaar geleden een tekenthema. Maar toen ze overheerst werden door de kauwen en we bij de Vogelbescherming voederbakjes aanschaften voor alleen kleine vogels, toen kwamen er haast geen vogels meer. De merels zijn dit jaar doodgegaan aan een virus, zo las ik in de krant, dus merels verwachtte ik ook niet meer. Maar behalve koolmeesjes vandaag ook twee merels in de tuin. Het was vooral in Limburg en Gelderland dat er zoveel merels gesneuveld zijn.
Hoewel ik nog nooit een koolmezen heb horen zingen doet het plaatje me denken aan een liedje dat Mutti zong toen ik klein was: een liedje van J.P. Heije. Ze zong graag, met een bibberig hoog stemmetje: 'Klein vogelijn op groene tak / Wat zingt g' een lustig lied / wij hebben in ons hele boek / zo'n vrolijk wijsje niet / O, zeg ons, zeg ons aardig beest / Wie toch uw Meester is geweest 2x
Zo zuiver zingt gij en zo hoog / Zo keurig in de maat / En't hart dat popelt ons van vreugd / Wanneer uw keeltje gaat / O, zeg ons, zeg ons aardig beest / Wie toch uw Meester is geweest 2x
Voorzeker 't is de goede God / die 't u heeft toebetrouwd / Opdat gij aan der blinden oor / Zijn goedheid melden zou / O, ja wij weten 't aardig beest / Dat God uw Meester is geweest.'
Het gaat zo:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten