'Ben je al naar de dokter geweest?' vragen de mensen.
Dat ik het niet zo hoog op heb met huisartsen is trouwe lezers van mijn blog niet onbekend. Er was een tijd dat ik ernstige klachten aan nek en schouders had, en tevergeefs bij diverse artsen en andere zorgverleners aanklopte. Mijn ervaring is dat de meesten van hen het ook niet weten en voornamelijk adviseren: 'Doet u maar even kalm aan. Goed naar uw lichaam luisteren'.
Een andere drempel is dat ze vaak een totaal overvoerde assistente hebben die noodgedwongen haar prioriteiten stelt, heel begrijpelijk, maar waardoor het niet eenvoudig is - alleen al telefonisch - bij de dokter binnen te komen. Altijd in gesprek of in de wacht. Gisteren waren ze dicht. Wel hoorde ik een voicemail een andere naam van de dokter noemen dan van wie ik patiënt meen te zijn. De stem meldt dat ze om half negen weer open gaan. Maar om kwart voor negen nog steeds die voicemail die meldt dat ze om half negen open gaan. Even ademhalen, Lucie Theodora. Die assistente heeft misschien drie patienten op de stoep, in levensgevaar, die kan even de telefoon niet opnemen. Doel is dat je bij de dokter geraakt. Gewoon blijven proberne.
Het is een nieuwe assistent, een jongen. Er is een nieuwe huisarts, vertelt hij. De vorige is met pensioen. Is deze ook antroposofisch, vraag ik. Daar ga ik niets over zeggen, zegt de assistent. Dat moet u de dokter zelf maar vragen. Nou ja, zeg ik, maar vanwege dat specialisme was ik bij dokter Ari Bos! Die trouwens volgens de Vereniging tegen Kwakzalverij een ware kwakzalver was. Om kwart over elf heeft hij een gaatje. Ik kom meteen, zeg ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten