Waarom vertrok Bodhi-Dharma naar het oosten? Deze film kreeg ik op mijn verjaardag van Anneke die voor háár verjaardag een paar seizoenen Will & Grace vroeg en kreeg. Hoe dat te duiden?
Maar na een dag ziek is een stille film wel goed. Het is een hele bijzondere en vooral bijzonder trage Koreaanse film uit 1989. Filmhuiscircuit. Regisseur Bae Yong-Kynn. Er weinig verhaal, er zijn vooral indrukwekkende natuurbeelden van een klooster in de bergen. Drie mensen spelen erin: een oude Zen-meester, een jonge monnik die de stad
ontvlucht is en een weeskind. Zij wonen met elkaar in
een vervallen klooster in de bergen en zijn
omringd door de natuurelementen: water, vuur, aarde, wind en lucht. Op een dag doodt het jongetje per
ongeluk een vogel waardoor een vogelpaar wreed gescheiden wordt. De
vogel die achterblijft volgt hem op de voet. Dat leert hem het
fundamentele leed van het leven te begrijpen: de dood en het
vluchtige van het leven, de verbondenheid en de passies, de zonde
en angst.
Voordat de oude monnik sterft, geeft hij de jonge monnik de
opdracht zijn lichaam na zijn sterven te verbranden. Deze moet de
crematieceremonie 's nachts uitvoeren, in de bergen, in de regen en in zijn
eentje. Daarna trekt hij in zijn eentje verder, met een os, en laat hij het jongetje alleen achter.
De film duurt wel twee uur. Omdat er bijna niets gebeurt is best moeilijk om te blijven zitten kijken. In die zin is het net
meditatie. Ik lijk al bijna een kenner van dit genre, want eerder (in 2008) zag ik een behoorlijk vergelijkbare film: Spring, Summer, Fall, Winter..., geregisseerd door Kim Ki-duk, ook uit Zuid Korea, uit 2003.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten